Als u dieren vervoert tegen vergoeding van een of meer derden, is er sprake van beroepsgoederenvervoer en geldt dus de vergunningplicht.
Bij ‘hobby-vervoer’, of tijdelijk vervoer zoals het vervoeren van paarden naar een paardenwedstrijd, vervoeren van paarden voor de keuring en veterinair onderzoek dat niet tegen betaling van derden geschiedt, geldt de vergunningplicht niet.
Het gaat dus steeds om de vraag of het ‘eigen’ vervoer betreft of vervoer tegen betaling van derden.
Let op: mogelijk heeft u naast de Eurovergunning ook een vergunning voor transport van levende dieren nodig.
Ook voor koeriers en pakketdiensten is de Eurovergunning nodig wanneer het vervoer plaatsvindt met een voertuig:
- met laadvermogen van meer dan 500 kg
of - met toelaatbare maximum massa van meer dan 2500 kg.
Het doet er dus niet toe hoe zwaar uw lading is.
De toelaatbare maximummassa is een optelsom van het ledig gewicht van het voertuig (of samenstel van voertuigen) en het maximale laadvermogen.
Beide gegevens staan op het kentekenbewijs. U kunt de gegevens ook controleren met de RDW kentekencheck.
- Kijk voor het laadvermogen bij: Technisch -> Eigenschappen.
- Kijk voor de toelaatbare (toegestane) maximum massa bij: Basis -> Gewichten -> F2.
In beginsel zijn gemeenten vergunningplichtig, tenzij er sprake is van vervoer dat vrijgesteld is volgens artikel 3, sub a en b van de Regeling wegvervoer goederen.
a. vervoer bij de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen die vrijkomen uit percelen waar zodanige stoffen geregeld in particuliere huishoudens ontstaan;
b. vervoer bij de verwijdering van afvalstoffen die vrijkomen bij de uitvoering van reinigingswerken welke door, of in opdracht van, gemeentelijke diensten worden verricht;
Per casus dient te worden bekeken of de gemeente onder deze vrijstelling valt.
Nee. De Eurovergunning wordt op naam van de vervoerder afgegeven en is niet overdraagbaar. Het is dus niet toegestaan om tussen ondernemingen vergunningbewijzen uit te wisselen. Dit is een economisch delict. De hoogte van de boete bedraagt € 4.400,-
Voor Nederlandse vervoersondernemingen geldt de vergunningplicht bij beroepsgoederenvervoer met:
- voertuigen met een laadvermogen vanaf 500 kg
- voertuigen met een toelaatbare maximum massa van meer dan 2500 kg
De toelaatbare maximum massa is het ledig gewicht van het voertuig + het maximale laadvermogen. Dit is te vinden op het kentekenbewijs.
Dit volgt uit artikel 2.1, lid 3 van de Wet wegvervoer goederen (Wwg)
U kunt op de website van de NIWO nagaan of een onderneming een vergunning bezit. Ga naar het NIWO-ondernemersloket -> Index: Zoek vergunninghouders
Geen hit op het ondernemersloket betekent dat de onderneming niet in bezit van de Eurovergunning is. Het kan zijn dat de aanvraag voor de Eurovergunning (nog) niet is goedgekeurd. Ook kan het zijn dat de Eurovergunning van de onderneming is ingetrokken.
Eigen vervoer is overigens vrijgesteld van vergunningplicht.
Neem bij twijfel contact op met de NIWO.
U kunt op de website van de NIWO nagaan of een onderneming een vergunning bezit. Ga naar het NIWO-ondernemersloket en kies: Zoek vergunninghouders wegvervoer.
Staat de onderneming daar niet tussen? Dan kunt u via een webformulier (desgewenst anoniem) uw vermoeden melden bij de NIWO. Lees meer over het Meldpunt misstanden transportsector.
Voor grensoverschrijdend vervoer heeft u altijd een Eurovergunning nodig. Binnenlands vervoer van goederen ten behoeve van een andere rechtspersoon is aan te merken als eigen vervoer indien die rechtspersoon samen met de vervoerder financieel, organisatorisch en economisch een eenheid vormen.
Dit volgt uit artikel 1.2, lid 4 van de Wet wegvervoer goederen (Wwg).
De Eurovergunning wordt aangevraagd op de werkmaatschappij, de onderneming die daadwerkelijk de vervoersactiviteiten uitvoert. De werkmaatschappij moet aantonen te voldoen aan alle eisen, waaronder de eis van financiële draagkracht. Indien de voertuigen in een andere onderneming zitten, kunnen deze via een huurovereenkomst ter beschikking worden gesteld aan de werkmaatschappij.
Indien er sprake is van alleen binnenlands vervoer en de ondernemingen te beschouwen zijn als een fiscale eenheid in de zin van artikel 1.2, lid 4 van de Wet wegvervoer goederen (Wwg), dan kan één Eurovergunning voor al uw ondernemingen gelden.
Nee. De NIWO verstrekt geen volledige lijst van vergunninghouders in het wegvervoer. Dit mogen wij niet in verband met de privacy wet- en regelgeving. Volgens deze wet- en regelgeving mag de NIWO alleen gegevens verstrekken onder bepaalde voorwaarden, onder andere als er een wettelijke basis voor is of als er een nauwe verwantschap is tussen de doelen waarvoor de gegevens zijn verkregen.
Wij bieden deze bedrijfsgegevens aan via de zoekmogelijkheid op de website. Ga naar het NIWO-ondernemersloket en kies: Zoek vergunninghouders wegvervoer.
Een Eurovergunning wordt verleend als de aanvrager voldoet aan de eisen van:
- reële vestiging
- vakbekwaamheid
- kredietwaardigheid / financiële draagkracht
- betrouwbaarheid
Daarnaast mag er geen sprake van zijn dat de Wet Bibob moet worden toegepast.
Nee. U kunt de aanvraag voor Eurovergunning al indienen en hoeft niet te wachten tot de stukken compleet zijn. De NIWO moet wettelijk gezien binnen 8 weken op een complete aanvraag beslissen. Als er stukken ontbreken, dan wordt de behandeltermijn opgeschort (= stilgezet) totdat de stukken zijn ontvangen. U kunt bij de aanvraag vermelden welke stukken u nog mist en dat u deze nog zult nasturen.
De NIWO raadt aan om uw aanvraag online via het NIWO-ondernemersloket in te dienen. U moet met uw eHerkenning betrouwbaarheidsniveau 3 (EH3) of hoger inloggen.
Mocht dit onverhoopt door een storing niet lukken, dan kunt u onder vermelding van het KVK-nummer de aanvraag indienen via loket@niwo.nl.
Bij een aanvraag via e-mail is het noodzakelijk om het 'Aanvraagformulier Eurovergunning (PDF)' ingevuld en ondertekend als bijlage mee te sturen (zie Formulieren).
Ja, dat kan. U dient wel als onderneming op voorhand uw gemachtigde voor uw eHerkenning te machtigen. Hoe dit dient te gebeuren, moet u nagaan bij uw aanbieder van de eHerkenning.
Na betaling van de factuur voor behandelkosten neemt de NIWO uw aanvraag in behandeling. Zorg dus voor tijdige betaling.
De NIWO is wettelijk gezien verplicht binnen 8 weken op uw complete aanvraag te beslissen. Deze termijn begint zodra het verschuldigde bedrag op de bankrekening van de NIWO staat en alle gegevens voor de beoordeling van de aanvraag zijn ontvangen. Als er stukken ontbreken dan wordt de behandeltermijn opgeschort (stilgezet), totdat de NIWO de stukken ontvangt. U ontvangt hierover bericht per e-mail. Voldoet u aan alle eisen, dan wordt de aanvraag toegewezen.
Vanwege enorme drukte kan het behandelen van een aanvraag langer duren dan u gewend bent. De behandelaren doen hun best om iedereen binnen 4 weken na betaling een eerste bericht te sturen. (oktober 2024)
Zodra uw aanvraag bij de NIWO geregistreerd staat, ontvangt u automatisch een e-mail met daarin een zaaknummer. Zo weet u dat de aanvraag is geregistreerd.
Ook ontvangt u na enkele dagen een tweede e-mail met de factuur.
Een aanvraag voor een Eurovergunning wordt pas in behandeling genomen, nadat de NIWO de behandelkosten heeft ontvangen. Heeft u de aanvraag ingediend via het NIWO-ondernemersloket, dan is de factuur vaak al online betaald.
Na betaling wordt de aanvraag aan een behandelaar toegewezen.
Ontbreken er stukken of zijn bepaalde stukken niet juist/onvoldoende, dan stuurt de behandelaar u een e-mail met het zaaknummer. Beantwoord deze mail voor het toesturen van aanvullende stukken of upload de stukken via uw persoonlijke pagina (PIP). Uw mail / aanvullend stuk wordt dan automatisch aan uw aanvraag toegevoegd. Ook voor andere vragen, kunt u de e-mail met het zaaknummer gebruiken.
Is mijn aanvraag ontvangen?
Van bepaalde aanvragen (nog niet alle) kunt u de voortgang inzien op uw persoonlijke pagina op het NIWO-ondernemersloket (PIP). Om in te loggen heeft u eHerkenning op betrouwbaarheidsniveau 3 (EH3) of hoger nodig.
U kunt via de PIP aanvullende stukken toevoegen aan een ingediende aanvraag.
Link naar de PIP: persoonlijke internet pagina
https://ondernemersloket.niwo.nl/pip
Als u het niet eens bent met een beslissing van de NIWO kunt u hiertegen binnen 6 weken bezwaar maken. Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en bevat ten minste naam en adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van de beslissing waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. Het bezwaar kunt u als volgt indienen:
- online via het NIWO-ondernemersloket. Voor uw identificatie moet u inloggen met eHerkenning, niveau 3 (EH3) of hoger.
- per post sturen naar: NIWO - Postbus 3004 - 2280 MB Rijswijk.
Tegen een beslissing op het bezwaar kan nog beroep worden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
In wet- en regelgeving wordt de Eurovergunnning meestal 'communautaire vergunning' genoemd. Een ander woord voor 'communautair' is 'gemeenschappelijk'. Het is dus een gemeenschappelijke vergunning die in alle lidstaten van de Europese Unie wordt uitgegeven aan ondernemingen in de eigen lidstaat. Met de vergunning mag binnen de grenzen van de Europese Unie worden gereden.
De regels en voorwaarden staan in Europese Verordeningen. Wel heeft elke EU-lidstaat de mogelijkheid om in eigen wet- en regelgeving aanvullende voorwaarden te stellen. In Nederland geldt de Wet Wegvervoer goederen.
www.niwo.nl/wetten
Een gemeente hoeft voor de aanvraag van een Eurovergunning alleen het vakdiploma van de vervoersmanager en de VOG NP van de vervoersmanager te overleggen. De vervoersmanager moet in loondienst zijn. Er zijn geen financiële stukken nodig en ook geen VOG t.a.v. de gemeente.
De vergunning voor beroepsgoederenvervoer over de weg is voor een gemeente vaak alleen nodig voor het ophalen van bedrijfsafval, dan is het beroepsgoederenvervoer. De gemeente wordt dan betaald door die bedrijven. Voor eigen vervoer en het ophalen van huisvuil bij burgers/inwoners is geen vergunning nodig.
Een spoedprocedure is niet mogelijk.
Aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld. Voor aanvragen van een nieuwe Eurovergunning of verlenging van de Eurovergunning geldt de betaaldatum van de behandelkosten.
Online aanvragen gaat sneller
U kunt het in behandeling nemen van de aanvraag versnellen door de aanvraag online in te dienen via het NIWO-ondernemersloket.
- Inloggen met eHerkenning is vereist.
- Indien betaling vooraf nodig is, kunt u direct online betalen via ideal.
Waarschijnlijk moet u nog een machtiging hebben voor het gebruik van het NIWO-ondernemersloket.
Machtigingen moeten per persoon en per dienst (bijv. NIWO, UWV) worden vastgelegd bij een erkende eHerkenningsleverancier. De wettelijke vertegenwoordiger van de onderneming kan hiervoor een machtigingenbeheerder aanstellen. Die regelt vervolgens wie voor welke online diensten gemachtigd wordt.
Met het inlogmiddel eHerkenning EH3 en de bijbehorende machtiging kan een medewerker namens de onderneming online zaken regelen op het ondernemersloket van de NIWO.
Wilt u meer weten over het machtigen van medewerkers? Kijk dan op www.eHerkenning.nl/machtigen voor meer informatie of neem contact op met uw leverancier.
Bij de vergunningaanvraag, verlengingsaanvraag of een VIHB-registratie moet u een VOG van de vervoersonderneming meesturen. Ook de (aangetrokken) vervoersmanager die als gevolmachtigde van de onderneming in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel staat ingeschreven en de uitvoerend directeur moeten een VOG overleggen. De uitvoerend directeur is de natuurlijke persoon die belast is met het feitelijk leiding geven aan de vervoersonderneming.
De vervoersmanager en uitvoerend directeur moeten een Verklaring Omtrent het Gedrag voor Natuurlijke Personen (VOG NP) overleggen.
Welke VOG een vervoersonderneming moet overleggen, ligt aan de rechtsvorm van de onderneming. Is de onderneming een eenmanszaak? Dan moet u een VOG NP overleggen. Is de onderneming een B.V., een V.O.F., C.V. of een maatschap? Dan vraagt de onderneming een Verklaring Omtrent het Gedrag voor Rechtspersonen (VOG RP) aan. De Wet wegvervoer goederen (Wwg) heeft in artikel 1.2, lid 2 bepaald dat onder rechtspersoon mede wordt verstaan de vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid en de maatschap.
Ingeval van bestuurders, vervoersmanagers of uitvoerend directeurs die woonachtig zijn in het buitenland en/of niet beschikken over de Nederlandse nationaliteit moet een VOG NP worden aangevraagd in het land waar men woonachtig is of het land van herkomst.
De VOG voor een vervoersvergunning mag maximaal 2 maanden oud zijn op het moment van het indienen van de vergunningaanvraag bij de NIWO. Heeft u nog niet alle stukken verzameld voor uw vergunningaanvraag, maar al wel een VOG bezit? Dan adviseren wij om de vergunningaanvraag alvast in te dienen, om te voorkomen dat de NIWO uw VOG niet meer accepteert.
De VOG voor een VIHB-registratie mag overigens maximaal 3 maanden oud zijn.
U hoeft geen VOG aan te vragen. Met een Eurovergunning voldoet u aan alle voorwaarden voor een VIHB-registratie.
Ja, dat kan. De NIWO werkt mee aan een pilot van Justis voor het online aanvragen van een VOG NP. De NIWO hoeft daarom geen aanvraagcode voor u klaar te zetten.
In het stappenplan vindt u de link naar de website van Justis. Lees meer bij het onderdeel Formulieren
- Eurovergunning www.niwo.nl/eur
- VIHB-registratie: www.niwo.nl/vihb
Als u een profiel moet opgeven bij de online aanvraag van een VOG NP, dan kiest u het profiel ‘vergunning beroepsgoederenvervoer’.
U kunt de VOG NP schriftelijk of online aanvragen. U kunt een schriftelijke VOG-aanvraag doen via de gemeente waar u staat ingeschreven. Voor een VOG-aanvraag via de gemeente betaalt u € 41,35 (tarief 2022).
Gebruik altijd een aanvraagformulier VOG NP, waarop het juiste screeningsprofiel is aangevinkt en die door de NIWO is ondertekend.
De NIWO werkt mee aan een pilot met Justis, zodat u de VOG NP online kunt aanvragen bij de Justis. U betaalt voor deze online aanvraag € 33,85 (tarief 2022).
Verder is onderscheid te maken in een VOG NP voor de aanvraag van een Eurovergunning of een aanvraag van een VIHB-registratie. Het verschil zit in het screeningsprofiel:
- Is de VOG NP bedoeld voor een aanvraag van een Eurovergunning? U kunt onder ‘Formulieren’ het stappenplan voor de digitale aanvraag van de VOG NP en de juiste versie van het aanvraagformulier voor de schriftelijke aanvraag van de VOG NP terugvinden.
- Is de VOG NP bedoeld voor een aanvraag van een VIHB-registratie? U kunt onder ‘Formulieren’ het stappenplan voor de digitale aanvraag van de VOG NP en de juiste versie van het aanvraagformulier voor de schriftelijke aanvraag van de VOG NP terugvinden.
Een VOG RP kunt u zowel online (digitaal) als schriftelijk aanvragen bij Justis. Er is onderscheid te maken in een VOG RP voor de aanvraag van een Eurovergunning of een aanvraag van een VIHB-registratie. Het verschil zit in het screeningsprofiel.
- Is de VOG RP bedoeld voor een aanvraag van een Eurovergunning? U kunt onder ‘Formulieren’ het stappenplan voor de digitale aanvraag van de VOG RP en de juiste versie van het aanvraagformulier voor de schriftelijke aanvraag van de VOG RP terugvinden.
- Is de VOG RP bedoeld voor een aanvraag van een VIHB-registratie? U kunt onder ‘Formulieren’ het stappenplan voor de digitale aanvraag van de VOG RP en de juiste versie van het aanvraagformulier voor de schriftelijke aanvraag van de VOG RP terugvinden.
Het PDF-formulier bevat een toelichting met algemene informatie waarin vermeld staat hoe het ingevuld moet worden, wat u mee moet sturen en waar u het formulier naar toe kunt sturen. De kosten voor de aanvraag zijn € 207,- (tarief 2022).
Contact met screeningsautoriteit Justis
Heeft u vragen over de VOG RP of het digitale aanvraagproces? Justis is iedere werkdag telefonisch bereikbaar tussen 9:00 en 17:00 uur via +31 (0) 88 - 998 22 00.
Lees ook de Veelgestelde vragen over de VOG RP op de Justis-website.
Nadat u de VOG NP-aanvraag heeft ingediend, ontvangt u binnen één tot vier weken bericht van Justis. De behandeltijd van een VOG-aanvraag kan variëren. Dit is deels ook afhankelijk van de drukte bij Justis.
De behandeltermijn van de VOG RP-aanvraag bedraagt maximaal 12 weken. Meestal neemt Justis binnen circa 8 weken na ontvangst van uw aanvraag een beslissing op uw aanvraag.
RA-accountants en AA-accountants: www.nba.nl
NOAB-leden: www.noab.nl
RB-leden: rb.nl
Op dit moment mag de NIWO alleen verklaringen die zijn opgesteld door een RA- of AA- accountant (NBA), een lid van NOAB of het Register Belastingadviseurs (RB) accepteren. Dit is bepaald in artikel 6, lid 6 van de Regeling wegvervoer goederen.
Na goedkeuring van de minister, kan de NIWO een andere beroepsvereniging aanwijzen. Voorwaarden voor een aanwijzing zijn onder andere permanente educatie, het houden van toezicht vanuit de beroepsvereniging, het kennen van een onafhankelijk eigen tuchtrecht en het gebonden zijn aan een Reglement Beroepsuitoefening.
Bij het gebruik van een achtergestelde lening vraagt de NIWO altijd de leningsovereenkomst op.
Lees meer over de achtergestelde lening en solvabiliteit.
In samenspraak met de NBA, NOAB en RB heeft de NIWO een voorbeeld opgesteld van een leningsovereenkomst achtergestelde lening.
Voorbeeld Overeenkomst achtergestelde lening
Een oudedagsreserve kan ook worden betrokken bij de bepaling van het beschikbare risicodragend vermogen, als er rekening wordt gehouden met een fiscale latentie. In samenspraak met de NBA, de NOAB en de RB is besloten om een latentie van 50% te hanteren.
De oudedagsreserve zal conform de berekening van het risicodragend vermogen voor 50% worden meegenomen als eigen vermogen bij de bepaling van de solvabiliteit.
Op dit moment zijn er geen aanvullende normen die gelden voor de waardering van balansposten. Voor het opstellen van de vermogensopstelling kan dus aangesloten worden op de reguliere commerciële of fiscale grondslagen die de onderneming hanteert bij het opstellen van de jaarrekening.
Indien het vermogen volgens de jaarrekening onvoldoende is voor de kredietwaardigheid kan een eventuele overwaarde in de onderneming of in privé (bij eenmanszaken en v.o.f.’s) worden aangetoond middels taxaties en woz-beschikkingen. In dit geval mogen alle privévermogens worden meegenomen in een vermogensopstelling. Bij een eenmanszaak kan ook het saldo op een van de bankrekeningen worden meegeteld.
Een tot een groep behorende rechtspersoon kan worden vrijgesteld van de verplichting om de jaarrekening te publiceren, indien onder meer aan de voorwaarde wordt voldaan dat de moedermaatschappij schriftelijk verklaart zich hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor de schulden van haar dochtermaatschappij; de zogeheten 403-verklaring. Een 403-verklaring moet worden gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel.
Deze 403-verklaring is vereist, omdat de NIWO niet de beschikking heeft over de jaarrekening van de dochter; deze is immers vrijgesteld van de publicatieplicht. Op deze wijze weet de NIWO dat de moedermaatschappij garant staat voor de dochtermaatschappij.
Bij de eerste aanvraag of verlenging van een Eurovergunning stelt de NIWO vast of een vervoersonderneming aangemerkt wordt als zogeheten 'risicobedrijf'. De NIWO gebruikt de term 'risicobedrijf’ omdat deze term in de Europese wet- en regelgeving gebruikt wordt.
Van een 'risicobedrijf' is sprake als het eigen vermogen is aangevuld met een achtergestelde lening, of als de solvabiliteitsratio minder dan 20% is (= eigen vermogen ten opzichte van totale vermogen).
Een 'risicobedrijf' moet jaarlijks bij de NIWO aantonen nog steeds te voldoen aan de eis van kredietwaardigheid. In geval van aflossing van een achtergestelde lening en/of een solvabiliteitsratio van meer dan 20% vervalt de kwalificatie van risicobedrijf en hoeft een onderneming niet meer jaarlijks aan te tonen te voldoen aan deze eis.
Ja. Met de Eurovergunning mag u goederen vervoeren binnen de grenzen van de Europese Unie. Wel moet u rekeninghouden met de cabotageregels. Cabotage is binnenlands vervoer in een ander land. Aan cabotageritten binnen de Europese Unie zijn beperkingen gesteld. Een EU-vervoerder mag in aansluiting op een beladen internationale rit maximaal 3 cabotageritten in een andere lidstaat uitvoeren binnen een periode van 7 dagen. Hierna mag u 4 dagen lang geen cabotageritten uitvoeren in het land waar de cabotageritten zijn gereden. Dit heet de cooling off-periode. Daarbij geldt voor retourcabotage dat op de terugweg naar huis na lege binnenkomst in een lidstaat 1 cabotagerit binnen 3 dagen gedaan mag worden.
De regels met betrekking tot cabotage staan in artikel 8 en 9 van de Verordening 1072/2009/EG.
Indien wordt vastgesteld dat beroepsgoederenvervoer hoofdzakelijk wordt uitgevoerd met laad- en losplaatsen buiten Nederland voor niet-Nederlandse opdrachtgevers, kan dit leiden tot de conclusie dat er geen werkelijk en duurzame vestiging is in Nederland. Dit kan intrekking van de vergunning tot gevolg hebben.
Ja. U mag het voertuig ook huren van uw opdrachtgever, maar het is wel vereist dat u het risico draagt van het voertuig en de goederen (transportverzekering). Dit moet u kunnen aantonen door bijvoorbeeld een huurovereenkomst en een verzekeringsovereenkomst te overleggen. Natuurlijk moet hier wel een vergoeding tegenover staan, anders is er geen sprake van een ‘gehuurd voertuig’ in de zin van de Richtlijn 2006/1/EG betreffende het gebruik van gehuurde voertuigen zonder bestuurder voor het vervoer van goederen over de weg. De vergoeding mag niet zijn verdisconteerd met de ritprijs van de opdracht.
Ja. Alle vergunninghouders zijn verplicht om de kentekens waarvoor een vergunningbewijs is afgegeven en het aantal werknemers en chauffeurs te registreren in het voertuigregister.
Dit geldt alleen voor de Eurovergunning.
Dit volgt uit artikel 16, lid 2, aanhef en onder g en artikel 5, lid 1, aanhef en onder g van de Verordening 1071/2009/EG.
Bent u een startende ondernemer, dan hoeft u niet meteen een voertuig te hebben. Zodra de vergunning is verleend moet u wel binnen 6 maanden over één of meer voertuigen beschikken. Dit mag koop, lease en huur zijn en moet schriftelijk vastgelegd zijn en aangetoond worden door middel van een eigendomsbewijs, leaseovereenkomst of huurovereenkomst.
Pas nadat u de voertuigen heeft aangetoond, ontvangt u de vergunningbewijzen. Met een vergunningbewijs aan boord van het voertuig mag u rijden. Met alleen de vergunning ( het 'origineel') mag u niet rijden!
Toont u binnen 6 maanden na toekennig van de Eurovergunning niet aan dat u over een voertuig beschikt, dan wordt de vergunning ingetrokken (= beëindigd).
Bij voorkeur ziet de NIWO dat er tijdens de behandeling van de aanvraag één of meer voertuigen worden aangetoond. De behandelaar van uw aanvraag vraagt standaard om voertuiggegevens, wanneer deze ontbreken.
Nee. De Eurovergunning is niet hetzelfde als het vakdiploma. Het vakdiploma is het getuigschrift van vakbekwaamheid. Een ondernemer in het beroepsgoederenvervoer over de weg heeft het vakdiploma/getuigschrift 'Vakbekwaamheid Ondernemer beroepsgoederenvervoer over de weg' nodig. Hiermee wordt aangetoond dat er wordt voldaan aan de eis van vakbekwaamheid.
De Eurovergunning wordt afgegeven door de NIWO. Het vakdiploma wordt afgegeven door het CBR na het behalen van examens.
Voor het vakdiploma legt u een zestal examens af. Het CBR organiseert deze examens op verschillende locaties in Nederland. Zodra u alle examens heeft gehaald ontvangt u van het CBR het diploma/getuigschrift. Het vakdiploma heeft u vervolgens nodig voor de aanvraag van de Eurovergunning bij de NIWO.
Er zijn diverse opleidingsinstituten. U kunt ze vinden via advertenties in vakbladen of met zoekmachines op internet. De brancheorganisaties in het wegvervoer kunnen u ook helpen. U kunt ook op basis van zelfstudie de examens behalen.
Het kan zijn dat u vrijstelling kunt krijgen voor bepaalde modules, omdat u een bepaalde (voor)opleiding heeft gedaan. U kunt bij het CBR vrijstelling aanvragen.
Ja, maar ook de (tijdelijke) vakbekwame vervoersmanager moet aan alle voorwaarden voldoen. Dit betekent dat de vervoersmanager daadwerkelijk leiding geeft aan de vervoerswerkzaamheden en dat er een reële band is met de onderneming. Het spreekt voor zich dat de NIWO dergelijke aanvragen bij behandeling kritisch bekijkt en nader onderzoek kan instellen naar de inbreng van de vakbekwaamheid.
Ja. Naast het vakdiploma moet er een Verklaring Omtrent het Gedrag voor Natuurlijke Personen (VOG NP) worden overgelegd. Ook wordt in een lijst van vergunninghouders deze echtgenoot/geregistreerd partner geregistreerd als vervoersmanager van de onderneming. Deze lijst is voor een ieder zichtbaar.
Eenmanszaak
- Partners die gehuwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben, kunnen in een eenmanszaak de vakbekwaamheid inbrengen.
- Deze meewerkend echtgenoot hoeft niet bij de eenmanszaak ingeschreven te worden in het Handelsregister van de KVK.
B.V. of V.o.f.
- In geval van een B.V. of V.o.f. mag de echtgenoot de vakbekwaamheid inbrengen, maar dan wordt hij/zij niet meer als meewerkend echtgenoot aangemerkt.
- De vervoersmanager moet bij de onderneming ingeschreven worden in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (KVK).
- Er moet een management-/arbeidsovereenkomst worden overgelegd.
De NIWO accepteert naast de Nederlandse vakdiploma’s ook buitenlandse vakdiploma’s. Echter sinds 4 december 2011 moet u het vakdiploma halen in de lidstaat waar u woont of werkt, ofwel uw gewone verblijfplaats.
De 'gewone verblijfplaats' betekent de plaats waar een persoon gewoonlijk leeft, dat wil zeggen gedurende ten minste 185 dagen per kalenderjaar, wegens persoonlijke bindingen die aantonen dat de persoon nauw verbonden is met de plaats waar hij woont. Dus als u woont of werkt in Nederland en u wilt bijvoorbeeld in Duitsland het examen afleggen, dan is dat slechts onder bepaalde voorwaarden mogelijk. Dit volgt uit artikel 8, lid 2 van Verordening 1071/2009/EG.
Ja. U kunt uw registratie als vervoersmanager beëindigen bij de NIWO. U moet de beëindiging schriftelijk melden bij de NIWO. U kunt dit verzoek mailen naar loket@niwo.nl onder vermelding van het codenummer of het KVK-nummer van de desbetreffende onderneming.
Let op: u dient ook als gevolmachtigde bij de betreffende vervoersonderneming uitgeschreven te worden uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (KVK). Zodra de uitschrijving uit KVK zichtbaar is geworden, wordt de registratie van uw vakdiploma (bij die ene vervoersonderneming) verwijderd.
Omdat het Verenigd Koninkrijk (VK) uit de Europese Unie (EU) is getreden, wordt het Britse vakdiploma per 1 januari 2021 niet meer erkend als geldig diploma binnen de EU.
Dit heeft tot gevolg dat houders van een Brits vakdiploma per 1 januari 2021 niet langer voldoen aan het vergunningvereiste van vakbekwaamheid en dus dat de ondernemingen waarbinnen zij hun vakbekwaamheid inbrengen, niet meer voldoen aan alle vergunningvoorwaarden.
In goed overleg met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) is besloten om de houders van een Brits vakdiploma voor 1 juli 2021 (ook) in het bezit te stellen van een Nederlands vakdiploma. Hiervoor worden geen kosten in rekening gebracht en de desbetreffende ondernemingen hoeven zelf niets te doen.
De vervoersmanager is degene met de vereiste vakbekwaamheid (het vakdiploma 'Vakbekwaamheid Ondernemer beroepsgoederenvervoer over de weg'). De vervoersmanager moet een woonplaats hebben in de Europese Unie.
Een interne vervoersmanager geeft daadwerkelijk leiding aan de vervoersactiviteiten van de onderneming en heeft een reële band met de onderneming, bijvoorbeeld als werknemer, directeur of eigenaar. Indien de vervoersmanager in loondienst is, moet een arbeidsovereenkomst worden overgelegd. Een interne vervoersmanager mag leiding geven aan één vervoersonderneming, twee gescheiden ondernemingen die een fiscale eenheid vormen dan wel als één onderneming kunnen worden beschouwd of één holding met een onbeperkt aantal voertuigen. Indien de interne vervoersmanager slechts voor een beperkt aantal uren is aangesteld, dan zal deze interne vervoersmanager getoetst worden aan de voorwaarden gesteld aan de externe vervoersmanager. Als de onderneming niet beschikt over een interne vervoersmanager, kan er een externe vervoersmanager worden aangetrokken.
De externe vervoersmanager moet, in verhouding tot de omvang van de vervoersactiviteiten, daadwerkelijk leiding geven aan de vervoersactiviteiten van de onderneming, moet op grond van een managementovereenkomst werkzaam zijn, waarin in ieder geval de verantwoordelijkheden als vervoersmanager staan, het aantal uur en de vergoeding die hij/zij daarvoor ontvangt. De externe vervoersmanager mag niet tevens werkzaam zijn bij of voor de opdrachtgever van de vervoersonderneming waarbij hij de vakbekwaamheid inbrengt. De externe vervoersmanager mag ook – in de hoedanigheid van vervoersmanager – geen beheerder van vervoersactiviteiten zijn van meer dan vier verschillende vervoersondernemingen met een totaal wagenpark van maximaal 50 vrachtauto’s. Deze regel geldt ook voor de interne vervoersmanager, wanneer deze bij meerdere ondernemingen vervoersmanager is (max. 4 ondernemingen met max. 50 voertuigen).
Er gelden geen vaste normen, zoals het aantal werkuren per voertuig. Wel moet de externe vervoersmanager, in verhouding tot de omvang van de vervoersactiviteiten, daadwerkelijk leiding geven aan de vervoersactiviteiten van de vervoersonderneming.
De NIWO stelt bij inzet van een externe vervoersmanager vrijwel altijd een onderzoek in. Het onderzoek richt zich met name op de aard van de werkzaamheden en de daarbij behorende verantwoordelijkheden, het aantal uren dat betrokkene werkzaam is, de honorering van de verrichte werkzaamheden en eventuele dienstverbanden elders. Bij de beoordeling wordt uiteraard ook rekening gehouden met de omvang en aard van de onderneming. De NIWO beoordeelt dus het totaalplaatje. Het moet aannemelijk zijn dat u als vervoersmanager:
a) alle werkzaamheden met elkaar kunt combineren en
b) het aantal uren bij de betreffende onderneming in verhouding staat tot het aantal vergunningbewijzen (voertuigen dus).
Mocht niet aannemelijk zijn geworden dat u daadwerkelijk leiding geeft aan de vervoersactiviteiten, kan dit leiden tot intrekking van de aan de vervoersonderneming verleende Eurovergunning. Dit kan weer aanleiding geven tot onderzoek naar uw werkzaamheden als (externe) vervoersmanager bij een andere vervoersonderneming.
Voor meer informatie over de vakbekwaamheid en de eisen die hieraan worden gesteld, kunt u artikel 5 van de Beleidsregel vergunningverlening van de NIWO en de toelichting hierop lezen.
Indien de vervoersmanager is uitgetreden, voldoet uw onderneming niet meer aan de eis van vakbekwaamheid. Afhankelijk van de specifieke omstandigheden kan de NIWO u maximaal zes maanden de tijd geven om een nieuwe vervoersmanager aan te trekken. Deze vervoersmanager dient ook aan te tonen dat hij betrouwbaar is door het overleggen van een Verklaring Omtrent het Gedrag voor Natuurlijke Personen (VOG NP). Indien hij geen geldige VOG NP kan overleggen, voldoet de vervoersonderneming naast de eis van vakbekwaamheid ook niet aan de eis van betrouwbaarheid.
Ja, dit is mogelijk. Als vervoersmanager moet u daadwerkelijk leiding geven aan de vervoersactiviteiten en moet er een reële band bestaan met de vervoersonderneming(en) waar u in dienst bent. Het moet aannemelijk zijn dat u als vervoersmanager alle werkzaamheden met elkaar kunt combineren en dat het aantal uren bij de betreffende onderneming in verhouding staat tot de omvang van de vervoersactiviteiten, dus het aantal vergunningbewijzen (voertuigen). Wel geldt een beperking: u mag als vervoersmanager uw vakdiploma inbrengen bij maximaal 4 vervoersondernemingen met een totaal wagenpark van maximaal 50 voertuigen. Voor een interne vervoersmanager geldt de uitzondering dat deze leiding mag geven aan een onbeperkt aantal voertuigen indien deze voertuigen tot één vervoersonderneming behoren, tot twee gescheiden ondernemingen die een fiscale eenheid vormen dan wel als één onderneming kunnen worden beschouwd, of indien hij werkzaam is bij een holding waaronder de werkmaatschappij valt.
De NIWO bekijkt dergelijke aanvragen kritisch en kan een nader onderzoek instellen naar de inbreng van de vakbekwaamheid. Mocht niet aannemelijk zijn geworden dat u daadwerkelijk leiding geeft aan de vervoersactiviteiten, dan kan dit leiden tot intrekking van de aan de onderneming verleende Eurovergunning. Dit kan weer aanleiding geven tot onderzoek naar uw werkzaamheden als (externe) vervoersmanager bij een andere vervoersonderneming.
Nee. Het is niet toegestaan dat een externe vervoersmanager tevens werkzaam kan zijn als, bij of voor de opdrachtgever van de onderneming waar hij zijn vakbekwaamheid inbrengt. Dit betekent dus dat een externe vervoersmanager nooit tegelijkertijd bij een opdrachtgever en opdrachtnemer werkzaam kan zijn. Hiermee wordt beoogd belangenverstrengeling te voorkomen.
Dit volgt uit artikel 4, lid 2, onderdeel d van Verordening 1071/2009/EG.
U bent in principe verantwoordelijk voor alle vervoersactiviteiten van de onderneming. Zo hoort u ook toezicht te houden op de naleving van de wet- en regelgeving. Indien er onregelmatigheden worden geconstateerd, is het aan de vervoersmanager om hier in ieder geval op te acteren.
Daarnaast is het ERRU-register van groot belang. Een vervoersonderneming of vervoersmanager die in de Europese Unie binnen een periode van twee jaar bepaalde overtredingen begaat, kan bij een maximaal aantal strafpunten de status van betrouwbaarheid verliezen waardoor de Eurovergunning geschorst of ingetrokken kan worden en de werkzame vervoersmanager ongeschikt kan worden verklaard.
Lees meer:
Thema: ERRU
De aansprakelijkheid van de vervoersmanager kan in de arbeids-/managementovereenkomst worden geregeld. Of u dit doet en de wijze waarop dit gebeurt, bent u vrij in. Dit is vooral iets tussen de vervoersmanager en de vervoersonderneming. Het wordt geadviseerd om dit wel te regelen in de arbeidsovereenkomst.
Daarnaast is het ERRU-register van groot belang. Een vervoersonderneming of vervoersmanager die in de Europese Unie binnen een periode van twee jaar bepaalde overtredingen begaat, kan bij een maximaal aantal strafpunten de status van betrouwbaarheid verliezen waardoor de Eurovergunning geschorst of ingetrokken kan worden en de werkzame vervoersmanager ongeschikt kan worden verklaard.
Lees meer:
Thema: ERRU
Nee. Als de eigenaar van een eenmanszaak, een directeur van een besloten vennootschap of een vennoot van een vennootschap onder firma zelf in bezit is van het vakdiploma, wordt in beginsel aangenomen dat deze persoon permanent leiding geeft aan de vervoersactiviteiten. In dat geval hoeft geen urenschema en/of een arbeidsovereenkomst te worden overgelegd. Het overleggen van (een afschrift) van het vakdiploma zal voldoende zijn.
In het geval dat de vervoersmanager een werknemer van de onderneming is of extern is ingehuurd, moet in ieder geval een urenschema, arbeidsovereenkomst of (management)overeenkomst worden overgelegd.
Als er geen vervoersmanager wordt vermeld betekent dit dat de vervoersmanager uit de vervoersonderneming is getreden. Bij uittreding van een vervoersmanager voldoet de vervoersonderneming niet meer aan de eis van vakbekwaamheid. De vervoersonderneming kan maximaal een half jaar in de gelegenheid worden gesteld om alsnog in de eis van vakbekwaamheid te voorzien.
Zolang de vervoersmanager een woonplaats blijft hebben in de Europese Unie en aantoonbaar permanent en daadwerkelijk leiding blijft geven aan de vervoersactiviteiten van de vervoersonderneming, heeft de emigratie van de vervoersmanager geen gevolgen voor de Eurovergunning.
Nee, in de Wet wegvervoer goederen (Wwg) zijn geen mogelijkheden opgenomen voor een tijdelijke vergunning of ontheffing van de eis van vakbekwaamheid.
Het laadvermogen van een voertuig is het maximale gewicht dat een voertuig aan lading mag vervoeren. Dit is exclusief het gewicht van de inzittende(n).
De RDW hanteert het volgende begrip: Het laadvermogen is de wettelijk toegestane maximum massa van het voertuig verminderd met de ledige massa, uitgedrukt in kilogram.
Het laadvermogen kunt u controleren met de RDW kentekencheck. Typ het kenteken en kijk bij: Technisch -> Eigenschappen -> Laadvermogen.
RDW kentekencheck
Let op:
Vanaf 1 januari 2024 geldt de vergunningplicht ook voor voertuigen met een toelaatbare maximum massa van meer dan 2500 kg, los van de vraag of het laadvermogen meer of minder dan 500 kg is.
Niet alleen het laadvermogen is bepalend voor de vergunningplicht, maar ook de toelaatbare maximummassa van uw voertuig (of samenstel van voertuigen). Heeft uw voertuig een laadvermogen van meer dan 500 kg of een toelaatbare maximummassa van meer dan 2500 kg, dan heeft u een Eurovergunning nodig.
Het doet er dus niet toe hoe zwaar uw lading is.
De toelaatbare maximummassa is een optelsom van het ledig gewicht van het voertuig en het maximale laadvermogen. Beide gegevens staan op het kentekenbewijs. U kunt deze gegevens ook controleren met de RDW kentekencheck.
Kijk voor laadvermogen bij: Technisch -> Eigenschappen.
Kijk voor toelaatbare (toegestane) maximum massa bij: Basis -> Gewichten -> F2.
Verder wordt artikel 1.1 van de Wet wegvervoer goederen een vrachtauto als volgt gedefinieerd: ‘motorvoertuig of een samenstel van voertuigen, dat uitsluitend wordt gebruikt voor vervoer van goederen.’ Om deze reden wordt niet alleen gekeken naar het laadvermogen of toelaatbaar maximummassa van de auto, maar bijvoorbeeld ook naar het laadvermogen of toelaatbaar maximummassa van een aanhangwagen. Het gaat dus om het totale laadvermogen of toelaatbaar maximummassa van de auto én het totale laadvermogen of toelaatbaar maximummassa van de aanhangwagen samen.
Neem voor het indienen van een verzoek tot verlaging van het laadvermogen contact op met de RDW.
Aanpassen gewicht van uw bedrijfsauto bij de RDW.
Let op:
Vanaf 1 januari 2024 geldt de vergunningplicht ook voor voertuigen met een toelaatbare maximum massa (tmm) van meer dan 2500 kg, los van de vraag of het laadvermogen meer of minder dan 500 kg is.
Gebruikt u de bedrijfsauto/vrachtwagen/trekker in combinatie met een aanhanger/oplegger, dan geldt voor de vergunningplicht het laadvermogen of tmm van het samenstel.
Vervoer van kranten, tijdschriften, reclamedrukwerken, verricht in een distributie- of verspreidbedrijf, mits deze onderneming de beschikking heeft over niet meer dan een vrachtauto of over twee vrachtauto’s, mits een daarvan een aanhangwagen is, en waarbij geldt dat het ledig gewicht, vermeerderd met het laadvermogen, van de vrachtauto, dan wel van de beide vrachtauto’s gezamenlijk, niet meer bedraagt dan 3500 kg is vrijgesteld. Mocht u aan deze voorwaarden voldoen, dan geldt de vergunningplicht niet.
Dit volgt uit artikel 3 (aanhef en), onderdeel e van de Regeling wegvervoer goederen.
Zolang er uitsluitend post wordt vervoerd, geldt er geen vergunningplicht. De Universele Postdienst ziet toe op de bezorging van geadresseerde postzegelpost in Nederland en daarbuiten. Onder deze dienstverlening vallen:
- Brieven met een gewicht tot 2 kilogram.
- Postpakketten met een maximum gewicht van 10 kilogram (buitenland maximaal 20 kilogram).
- Aangetekende en verzekerde poststukken.
Alle postvervoerondernemingen moeten zich aan de Postwet houden. Op basis van artikel 1, lid 5 onderdeel a van Verordening 1072/2009/EG is postvervoer in het kader van een universele dienst vrijgesteld van vergunningen.
Voor al het ander soort vervoer, bijvoorbeeld pakketten, is wel een Eurovergunning nodig.
Nee. De Eurovergunning is niet nodig bij vervoer:
- naar of binnen Nederland van voertuigen en toebehoren die hun bestemming niet kunnen bereiken door pech, een ongeluk of het uitvallen van de bestuurder
- binnen Nederland van in beslag genomen voertuigen, met speciaal daarvoor ingerichte vrachtauto’s met een laadvermogen van niet meer dan 3.500 kg en speciaal daarvoor ingerichte aanhangwagens met een laadvermogen van niet meer dan 1.500 kg, in opdracht van organisaties die zich op grond van polisvoorwaarden of lidmaatschap verbonden hebben tot hulpverlening of in opdracht van Nederlandse overheidsinstanties.
Mocht u aan deze voorwaarden voldoen, dan geldt de vergunningplicht niet.
Op basis van artikel 1, lid 5, onderdeel b van Verordening 1072/2009/EG juncto artikel 3 (aanhef en), onderdeel f van de Regeling wegvervoer goederen kan dergelijk vervoer worden vrijgesteld van de vergunningsplicht.
Een Eurovergunning is niet nodig bij vervoer binnen Nederland van betonmortelspecie met daartoe speciaal ingerichte vrachtauto’s (betonmixers) van de betonmortelfabriek naar bouwprojecten in aanbouw. Mocht u aan deze voorwaarden voldoen, dan geldt de vergunningplicht niet.
Dit volgt uit artikel 3 (aanhef en), onderdeel g van de Regeling wegvervoer goederen.
Het vervoer lijkt in dit geval een ondersteunende bedrijfsactiviteit te zijn die noodzakelijk is om de hoofdactiviteit van uw onderneming uit te voeren: de ene keer verkoop van voertuigen, de andere keer reparatie en onderhoud. Het vervoer is vrijgesteld van de vergunningplicht als aan een aantal voorwaarden wordt voldaan:
Goederenvervoer met motorvoertuigen voor zover aan de volgende eisen wordt voldaan:
- de vervoerde goederen zijn eigendom van de onderneming of zijn door haar verkocht of gekocht, verhuurd of gehuurd, voortgebracht, gedolven, bewerkt of hersteld;
- het doel van het vervoer is de goederen naar de onderneming te brengen of deze vanuit de onderneming te verzenden, ofwel deze te verplaatsen binnen of buiten de onderneming voor haar eigen behoeften;
- de voor dit vervoer gebruikte motorvoertuigen worden bestuurd door personeel dat in dienst is of ter beschikking gesteld is van de onderneming krachtens een contractuele verplichting;
- de voertuigen die de goederen vervoeren, zijn eigendom van de onderneming, zijn door haar op krediet gekocht of zijn door haar gehuurd, in het laatste geval mits zij voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2006/1/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 januari 2006 betreffende het gebruik van gehuurde voertuigen zonder bestuurder voor het vervoer van goederen over de weg, en
- dergelijk vervoer is slechts een secundaire bedrijvigheid in het kader van de algemene werkzaamheden van de onderneming;
Dit volgt uit artikel 1, lid 5, onderdeel d van Verordening 1072/2009/EG.
Nee. Het is niet mogelijk om een tijdelijke ontheffing/vrijstelling te krijgen om zonder Eurovergunning te rijden. Zolang u niet aan de gestelde vergunningvoorwaarden voldoet, zal de Eurovergunning niet worden afgegeven.
Bent u vergunninghouder, maar voldoet u binnen de looptijd van uw Eurovergunning niet meer aan één van de vier vergunningeisen? Dan kan er een hersteltermijn van maximaal zes maanden worden verleend om (opnieuw) aan de vergunningeisen te voldoen. Dit volgt uit artikel 13, lid 1 van Verordening 1071/2009/EG.
Nee. Voor het vervoeren van eigen goederen en goederen die bedoeld zijn om de hoofdactiviteit te kunnen verrichten, is geen vergunning nodig. Een Eurovergunning is op grond van artikel 1.1 van de Wet wegvervoer goederen (Wwg) pas nodig indien u vervoer voor derden verricht voor eigen rekening en risico tegen betaling.
Ja. Voor beroepsgoederenvervoer met dit type voertuigen geldt de vergunningplicht, dus bijvoorbeeld met een trekker of tractor. Ook als een voertuig slechts een maximumsnelheid heeft van 40 km/h.
Let op: De uitzonderingsgrond uit artikel 3 (aanhef en), onderdeel d van de Regeling wegvervoer goederen kan van toepassing zijn.
Nee. Voor vervoer van landbouwproducten of -goederen, te gebruiken bij het verrichten van landbouwwerkzaamheden, met een landbouwtrekker als bedoeld in afdeling 5.8 van de Regeling voertuigen, alsmede de daardoor voortbewogen aanhangwagens, mits het betreft eigen vervoer verricht door een landbouwer ten dienste van zijn landbouwbedrijf, dan wel vervoer dat plaatsvindt rechtstreeks ten behoeve van een landbouwbedrijf en onmiddellijk vooraf gaat aan of volgt op, alsmede in direct verband staat met de uitvoering van landbouwwerkzaamheden, geldt de vergunningplicht niet.
Dit volgt uit artikel 3 (aanhef en), onderdeel d van de Regeling wegvervoer goederen.
Zodra uw aanvraag voor een Eurovergunning is toegewezen, ontvangt u per post:
- de beschikking (brief met de beslissing)
- de Eurovergunning (het 'origineel')
- de Eurovergunningbewijzen (de 'kopie' ofwel de 'voor eensluidend gewaarmerkte afschriften')
U ontvangt het aantal gevraagde vergunningbewijzen voor zover het aangetoonde risicodragend vermogen voldoende is en u heeft aangetoond dat u desbetreffende voertuigen ter beschikking hebt.
Indien nodig kunt u daarna extra vergunningbewijzen aanvragen via het NIWO-ondernemersloket.
Als uw verlengingsaanvraag is toegekend, ontvangt u een beschikking. In dezelfde envelop worden ook de nieuwe Eurovergunning en de nieuwe vergunningbewijzen toegezonden. Voor de toegekende vergunningbewijzen betaalt u € 25,00 per vergunningbewijs.
Ja. Maar alleen als het gaat om voertuigen met een laadvermogen van meer dan 500 kg of met een toelaatbaar maximummassa van meer dan 2500 kg.
Het laadvermogen en de toelaatbare maximum massa kunt u controleren op RDW kentekencheck.
In feite dient er tegenover ieder vergunningbewijs een voertuig ter beschikking te staan. Als u meer voertuigen gaat inzetten, heeft u dus ook meer vergunningbewijzen nodig. U kunt extra vergunningbewijzen aanvragen via het NIWO-ondernemersloket. U betaalt € 25,- per af te geven vergunningbewijs.
Vóór de afgifte toetst de NIWO eerst of het totaal aantal bewijzen dat u wenst te hebben, binnen het eerder aangetoonde risicodragend vermogen ligt. Ook moet u aantonen dat u over datzelfde aantal voertuigen beschikt.
Nee, er staat geen kenteken op het vergunningbewijs. De vergunningbewijzen kunnen binnen de onderneming gewisseld worden tussen verschillende voertuigen.
Wel moet er altijd een vergunningbewijs op naam van de vervoersonderneming aanwezig zijn in het voertuig, als het voertuig door deze onderneming wordt ingezet voor beroepsgoederenvervoer.
In artikel 4, lid 6 van Verordening 1072/2009/EG is bepaald dat op elk voertuig dat wordt ingezet voor beroepsgoederenvervoer een vergunningbewijs aanwezig dient te zijn.
Deze verplichting is ook te vinden in de nationale wetgeving, namelijk in artikel 2.5, lid 2 van de Wet wegvervoer goederen (Wwg). Deze luidt: Het is een in Nederland of in een andere lidstaat gevestigde vervoerder verboden beroepsvervoer te verrichten zonder de aanwezigheid in de vrachtauto van een eensluidend gewaarmerkt afschrift van de communautaire vergunning, bedoeld in het eerste lid.
Ja. Op verzoek moet uw vergunningbewijs aan de controlerende beambten getoond worden.
Ja. Een vergunningbewijs is niet gebonden aan een kenteken, maar staat op naam van de onderneming. Het vergunningbewijs moet wel in het geleende voertuig aanwezig zijn. Daarnaast moet u bij een controle kunnen aantonen dat het geleende voertuig ter beschikking staat van de onderneming die de vergunning heeft en het vervoer verricht.
Nee, het plastificeren of lamineren is niet toegestaan. Lamineren is verboden omdat echtheidskenmerken tijdens controles minder goed kunnen worden beoordeeld. Bij het verrichten van vervoer waarvoor de vergunningplicht geldt, moet de ondernemer zorgen voor de aanwezigheid van een vergunningbewijs op het voertuig. Deze moet op verzoek aan de controlerende beambten getoond worden.
Bent u een vergunningbewijs kwijt of is deze door brand of diefstal van het voertuig verloren gegaan of vernietigd dan kan de NIWO ter vervanging een nieuw vergunningbewijs verstrekken. U regelt dit online via het NIWO-ondernemersloket.
NIWO-ondernemersloket -> Vermissing vergunningbewijs
Stap 1. Log in met eHerkenning op niveau 3 (EH3) of hoger. Daarmee identificeert u zich als gemachtigde van de onderneming.
Stap 2. Vul het webformulier ‘verklaring vermissing’ in. U vermeldt daarin het nummer/de nummers van de vermiste vergunningbewijzen. Ook kunt u aangeven of u nieuwe vergunningbewijzen ter vervanging wilt.
Let op: De ‘verklaring vermissing’ is een geschrift met bewijsbestemming. Mocht blijken dat deze verklaring valselijk is opgemaakt of vervalst is, dan zal de NIWO aangifte doen wegens valsheid in geschrifte.
Heeft u geen eHerkenning?
Op verzoek kan de NIWO het formulier 'verklaring vermissing' per e-mail toesturen. Mail het verzoek naar loket@niwo.nl en vermeld uw NIWO-codenummer en/of uw KVK-nummer. Vervangende vergunningbewijzen kunnen wij pas verstrekken, nadat wij de ‘verklaring van vermissing’ hebben ontvangen.
Verlopen vergunningen kunt u zelf vernietigen. Vergunningen zijn verlopen als de einddatum is bereikt.
Een spoedprocedure is niet mogelijk.
Aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld. Voor aanvragen van een nieuwe Eurovergunning of verlenging van de Eurovergunning geldt de betaaldatum van de behandelkosten.
Online aanvragen gaat sneller
U kunt het in behandeling nemen van de aanvraag versnellen door de aanvraag online in te dienen via het NIWO-ondernemersloket.
- Inloggen met eHerkenning is vereist.
- Indien betaling vooraf nodig is, kunt u direct online betalen via ideal.
De vergunningbewijzen die u niet meer nodig heeft, levert u in bij de NIWO. Doet u dat niet, dan blijft u halfjaarlijks de heffing verschuldigd aan de NIWO.
U kunt ze per post versturen aan:
NIWO
Postbus 3004
2280 MB Rijswijk (ZH)
Indien u op korte termijn de vergunningbewijzen gaat gebruiken, hoeft u de vergunningbewijzen niet terug te sturen. Zodra u de voertuigen gaat inzetten, registreert u de voertuigen in het voertuigregister.
Elke transportbedrijf in Nederland wordt aangeslagen voor het aantal vergunningbewijzen dat op peildatum in bezit is. De peildatum is 1 januari en 1 juli. Lees meer op: www.niwo.nl/heffing
Dit volgt uit artikel 4.6 van de Wet Wegvervoer Goederen.
De NIWO geeft de vergunning(bewijzen) alleen af voor kentekens die bij de RDW geregistreerd staan als bedrijfsauto, landbouwtrekker of bosbouwtrekker.
De NIWO mag geen vergunningbewijzen afgeven voor personenauto’s. Een personenauto wordt niet uitsluitend voor vervoer van goederen gebruikt. Dit volgt uit artikel 1.1 van de Wet wegvervoer goederen. De definitie van vrachtauto is: motorvoertuig of een samenstel van voertuigen, dat uitsluitend wordt gebruikt voor vervoer van goederen.
Controleer het kenteken op https://ovi.rdw.nl/#
- Bedrijfsauto (voertuigcategorie N1, N2, N3)
- Landbouw- of bosbouw trekker (voertuigcategorie T, C, U, Z of R, S)
De NIWO geeft de vergunning(bewijzen) alleen af voor kentekens die bij de RDW geregistreerd staan als bedrijfsauto, landbouwtrekker of bosbouwtrekker.
Het gaat altijd om de trekkende eenheid, het gemotoriseerde voertuig.
Nee. Een Eurovergunning die verlopen is kan niet meer verlengd worden. Uw verlengingsaanvraag moet daarom ruim voordat uw Eurovergunning verloopt bij de NIWO ontvangen zijn. Het is belangrijk de aanvraag tijdig in te dienen. Indien blijkt dat bepaalde stukken ontbreken of onvoldoende zijn voor de beoordeling van uw aanvraag, vraagt de NIWO u deze alsnog aan te leveren. Daar gaat vaak tijd mee verloren. Een te late of incomplete aanvraag kan betekenen dat uw Eurovergunning niet tijdig verlengd kan worden en zijn geldigheid verliest.
Verlengingsaanvragen die ontvangen zijn na afloopdatum van uw Eurovergunning worden als een nieuwe aanvraag voor een Eurovergunning geregistreerd.
Wel kunt u, na het indienen van de aanvraag, in aanmerking komen voor overbruggingsbewijzen. Deze zijn maximaal een half jaar geldig, gerekend vanaf de einddatum van uw (bijna) verlopen Eurovergunning.
Na het indienen van een aanvraag voor het verlengen van de Eurovergunning, bestaat in sommige gevallen de mogelijkheid om overbruggingsbewijzen aan te vragen. De overbruggingsbewijzen kunnen de periode overbruggen, waarin de onderneming niet langer zou beschikken over een geldige Eurovergunning. Overbruggingsbewijzen zijn maximaal 6 maanden geldig, gerekend vanaf de einddatum van de vergunning.
Als de verlengingsaanvraag kort voor de einddatum van de Eurovergunning is ingediend, kunnen overbruggingsbewijzen verstrekt worden die geldig zijn vanaf einddatum van de Eurovergunning.
Wordt een verlengingsaanvraag ingediend na de einddatum van de Eurovergunning, dan kan de begindatum van de overbruggingsbewijzen nooit voor de datum van die aanvraag liggen. De geldigheid van het overbruggingsbewijs eindigt maximaal 6 maanden na de einddatum van de inmiddels verlopen vergunning. Bovendien wordt deze verlengingsaanvraag beschouwd als een nieuwe aanvraag voor een Eurovergunning.
Voor de afgifte van overbruggingsbewijzen brengt de NIWO u € 25,- per bewijs in rekening.
Een spoedprocedure is niet mogelijk.
Aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld. Voor aanvragen van een nieuwe Eurovergunning of verlenging van de Eurovergunning geldt de betaaldatum van de behandelkosten.
Online aanvragen gaat sneller
U kunt het in behandeling nemen van de aanvraag versnellen door de aanvraag online in te dienen via het NIWO-ondernemersloket.
- Inloggen met eHerkenning is vereist.
- Indien betaling vooraf nodig is, kunt u direct online betalen via ideal.
U kunt uw Eurovergunning beëindigen door dit schriftelijk aan de NIWO kenbaar te maken. U kunt dit ook online regelen via het NIWO-ondernemersloket. Vervolgens stuurt u de Eurovergunning en de in uw bezit zijnde vergunningbewijzen retour aan de NIWO:
Postbus 3004
2280 MB Rijswijk (ZH) Nederland
U kunt ervoor kiezen om de vervoersdocumenten per aangetekende post te versturen, zodat u altijd kunt bewijzen dat u ze heeft opgestuurd en daarmee aan uw verplichting heeft voldaan.
U ontvangt altijd een schriftelijke bevestiging (beschikking) van de intrekking van uw Eurovergunning.
Ja. Zodra er sprake is van een nieuw KVK-nummer moet de vervoersonderneming een nieuwe aanvraag voor een Eurovergunning indienen, die opnieuw wordt getoetst aan de eisen van vergunningverlening.
Om te voorkomen dat u zonder vergunning komt te zitten, adviseren wij u om de procedure bij de KVK volgens onderstaande stappenplan te doen.
Stap 1.
U schrijft de nieuwe rechtsvorm in bij de Kamer van Koophandel (KVK). De activiteitenomschrijving is dan als volgt: ‘Voorbereidende handelingen tot het voortzetten van (bedrijfsnaam) op het adres (adres) per (datum)’. Let op: u moet de inschrijving voorbereiden en een afspraak maken via de website van KVK. Vraag tijdens de afspraak of de medewerker van KVK u kan helpen met de formulieren die nodig zijn voor stap 3.
Stap 2.
U vraagt een vergunning voor de nieuwe vervoersonderneming aan bij de NIWO.
Stap 3.
Zodra de vergunning aan de nieuwe vervoersonderneming is verleend, kunt u de voortzetting van de oude vervoersonderneming (met de oude rechtsvorm) naar de nieuwe rechtsvorm registreren. De oude rechtsvorm wordt daarmee uitgeschreven. Dit kan via de post naar KVK verstuurd worden. Kijk op de website van KVK voor het juiste postadres.
Stap 4.
Vergeet niet dat u de Eurovergunning en -bewijzen van de oude vervoersonderneming binnen één week aan de NIWO moet retourneren.
Nee. Een overgangssituatie is niet mogelijk omdat het gaat om twee verschillende juridische entiteiten (vervoersondernemingen). De Eurovergunning is gebonden aan de juridische entiteit die de Eurovergunning aanvraagt en krijgt. De nieuwe vervoersonderneming zou dan rijden op de vergunning van een derde (de oude vervoersonderneming dus), hetgeen niet is toegestaan op grond van artikel 2.7 van de Wet wegvervoer goederen (Wwg). Dit is een economisch delict.
Ja, dat kan. Een bestuurswijziging (bijv. directeur, vennoot) heeft gevolgen als het de persoon betreft die het vakdiploma bezit. Als de vervoersmanager met het vakdiploma uit dienst treedt of anderszins wegvalt uit de onderneming moet zo snel mogelijk een andere vervoersmanager worden aangewezen. Afhankelijk van de specifieke omstandigheden kan de NIWO u maximaal zes maanden de tijd geven om een nieuwe vervoersmanager aan te trekken. Daarnaast zal ook de eis van betrouwbaarheid opnieuw worden getoetst. De onderneming moet namelijk gedurende de gehele vergunningperiode voldoen aan de vergunningvoorwaarden.
Als de nieuwe vervoersmanager/vakbekwame persoon geen directeur, vennoot of eigenaar is, moet hij/zij ingeschreven staan in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel als gevolmachtigde (=procuratiehouder/bedrijfsleider). Ook moet u een kopie van het vakdiploma en een afschrift van de arbeids- of managementovereenkomst meesturen.
Als het om een externe vervoersmanager gaat, dan stelt de NIWO vrijwel altijd een onderzoek in naar het permanent en daadwerkelijk leidinggeven aan de vervoersactiviteiten. Geef de wijziging zo snel mogelijk door en bij voorkeur via het NIWO-ondernemersloket -> Bestuurswijziging.
Ja. Als gevolg van een naams-/adreswijziging zijn de vervoersdocumenten (Eurovergunning en de vergunningbewijzen) niet langer geldig. Het persoonsgebonden karakter van de Eurovergunning brengt met zich mee dat de vergunning door een naams-/adreswijziging van rechtswege vervalt. Dit volgt uit artikel 13, lid 6 van de Beleidsregel vergunningverlening van de NIWO.
Zodra de wijziging in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel is doorgevoerd, moet u spoedig een aanvraag voor vervanging van uw vervoersdocumenten indienen. De NIWO berekent daarvoor alleen administratiekosten van € 24,50. Nadat u de vervoersdocumenten heeft omgewisseld, stuurt u de oude terug naar de NIWO.
Ga naar: NIWO-ondernemersloket -> Wijziging naam of adres
Het uitgangspunt is dat de vervoersactiviteiten van de gefailleerde onderneming zijn beëindigd en dat de vervoersonderneming geen beroepsgoederenvervoer meer verricht. De curator dient daarom de aan de failliete onderneming verstrekte Eurovergunning en de daarbij behorende vergunningbewijzen aan de NIWO te retourneren.
De curator kan met een machtiging van de rechter-commissaris de activiteiten van de failliete vervoersonderneming enige tijd voortzetten. Dit kan rechtmatig gebeuren als de failliete vervoersonderneming gedurende deze periode blijft beschikken over de verleende vergunning(bewijzen). In de praktijk is dit hoogstens zes tot acht weken. Zodra de vervoersactiviteiten worden gestaakt moeten de vervoersdocumenten binnen één week worden geretourneerd.
Er hoeft dus geen apart verzoek tot voortzetting van de vervoersactiviteiten bij de NIWO te worden ingediend. De vervoersdocumenten moeten uiterlijk acht weken na datum van faillissement worden geretourneerd. Als dat niet gebeurt, dan kan de NIWO een last onder dwangsom opleggen.
Nee, in het beroepsgoederenvervoer over de weg is het niet toegestaan om uzelf als chauffeur in de vorm van een zzp-er te verhuren. Een vervoersonderneming mag alleen gebruik maken van chauffeurs die:
- in loondienst bij de onderneming zijn, aan te tonen met een verklaring van dienstbetrekking (werkgeversverklaring), of
- via een uitzendbureau zijn ingehuurd; het uitzendbureau moet door de minister van Infrastructuur en Waterstaat voor het verhuren van chauffeurs zijn aangewezen; de chauffeur moet een verklaring van terbeschikkingstelling kunnen tonen, of
- als er sprake is van collegiale inleen (zonder winstoogmerk en ter beschikking gesteld door een collega vergunninghouder).
Meer informatie over:
Verklaring van dienstbetrekking
Verklaring van terbeschikkingstelling
Deze regels gelden voor beroepsvervoer (=vervoer van andermans goederen). Voor eigen vervoer (=vervoer van eigen goederen) gelden andere regels.
Een zzp’er mag voor eigen rekening en risico goederen vervoeren voor een andere vervoersonderneming, maar dan moet de zzp'er voldoen aan de volgende voorwaarden:
- de zzp’er beschikt zelf over een (Euro-)vergunning voor beroepsgoederenvervoer over de weg;
- de zzp’er beschikt zelf over het vrachtvoertuig, waarmee de goederen vervoerd worden. Dit mag koop, lease en huur zijn en moet schriftelijk vastgelegd zijn en aangetoond kunnen worden (eigendomsbewijs, leaseovereenkomst of huurovereenkomst). De zzp’er mag het voertuig ook huren van zijn opdrachtgever, maar het is wel vereist dat hij het risico draagt van het voertuig en de goederen (transportverzekering). Dit moet hij ook kunnen aantonen middels het overleggen van een huurovereenkomst en een verzekeringsovereenkomst enz. Natuurlijk moet hier wel een vergoeding tegenover staan, anders is er geen sprake van een ‘gehuurd voertuig’ in de zin van de Richtlijn 2006/1/EG betreffende het gebruik van gehuurde voertuigen zonder bestuurder voor het vervoer van goederen over de weg;
- het (Euro-)vergunningbewijs op het vrachtvoertuig staat op naam van de vervoersonderneming van de zzp’er;
- de zzp'er werkt voor eigen rekening en risico, er mag geen sprake zijn van loondienst (een dienstbetrekking).
Er kan alleen tijdelijk gebruik worden gemaakt van een chauffeur van een andere vervoersonderneming. Dit wordt ook wel collegiale inleen genoemd. Er moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
- de onderneming die de chauffeur ter beschikking stelt is in bezit van een Eurovergunning en de chauffeur kan een verklaring van dienstbetrekking tonen;
- de chauffeur wordt ter beschikking gesteld door de andere onderneming zonder winstoogmerk en bij wijze van hulpbetoon; en
- de inleen vindt plaats voor maximaal zes aaneengesloten weken.
Dit volgt uit artikel 13, lid 2 van de Regeling wegvervoer goederen.
Nee. Zolang er alleen werknemers worden uitgezonden is er geen Eurovergunning vereist.
Indien u werknemers uitzendt in de beroepsgoederenvervoer branche, moet u wel op grond van artikel 14 van de Regeling wegvervoer goederen een aanwijzingsbeschikking hebben van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De aanwijzingsbeschikking vraagt u bij de KIWA aan.
Ja, mits u ofwel een verklaring van dienstbetrekking (loondienst) dan wel een verklaring van terbeschikkingstelling (via een aangewezen uitzendbureau) heeft. Dit vindt u terug in artikel 2.11 van de Wet wegvervoer goederen (Wwg).
U kunt een dergelijke verklaring aanvragen via de website van de KIWA.
Verklaring van dienstbetrekking
Verklaring van terbeschikkingstelling (ook wel 'aanwijzingsbeschikking' genoemd)
Vervoerder, Inzamelaar, Handelaar en Bemiddelaar (van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen).
Bedrijven worden voor een of meer van deze activiteiten geregistreerd op de VIHB-lijst.
U moet zich laten registreren op de VIHB-lijst als u zich in Nederland bezighoudt met het vervoeren, inzamelen, handelen of bemiddelen van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen.
In geval u alleen een vervoerder regelt die het vervoer van afval (bijvoorbeeld een afvalcontainer) gaat verzorgen, heeft u zelf geen VIHB-registratie nodig. Niet het bemiddelen in afval staat hier centraal, maar het bemiddelen in vervoer (logistiek bemiddelen). De vervoerder van het afval heeft wel een VIHB-registratie nodig.
Op levensmiddelenbedrijven die werken met dierlijke producten ontstaan dierlijke bijproducten. Net als op plaatsen waar dieren worden gehouden. Dierlijke bijproducten moeten op de juiste manier worden gehanteerd, afgevoerd, gebruikt, verwerkt of verwijderd. De NVWA ziet daarop toe en registreert en erkent bedrijven die met dierlijke bijproducten werken.
Voor een aantal afvalstoffen is een inzamelvergunning verplicht. Deze afvalstoffen zijn afgewerkte olie, scheepsafvalstoffen en klein gevaarlijk afval. Op de website van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) vindt u meer informatie over het Besluit Inzamelen Afvalstoffen (BIA) en over de aanvraag van de inzamelvergunning: ILT -> Inzamelvergunning afvalstoffen (BIA)
Voor vragen over BIA kunt u terecht bij de Helpdesk Afvalbeheer van Rijkswaterstaat Leefomgeving.
Nee, dat is niet nodig.
Ja, maar u heeft bij uw aanvraag voor een Eurovergunning al aangetoond dat u aan de voorwaarden voldoet. U hoeft dat voor de VIHB-registratie niet opnieuw aan te tonen. Dit volgt uit artikel 5, lid 3, onder a van de Regeling inzamelaars, vervoerders, handelaars en bemiddelaars van afvalstoffen.
Het nummer dat een onderneming krijgt als deze op de VIHB-lijst wordt geregistreerd. Bijv. '512345VXHB'. Eerst 6 cijfers (512345) en vervolgens 4 letters die staan voor de activiteit (VXHB staat voor V= vervoerder, X = geen inzamelaar, H = handelaar en B = bemiddelaar).
Het vakdiploma is alleen nodig als u uitsluitend Handelaar (H) en/of Bemiddelaar (B) bent, dus niet voor Vervoerders (V) en Inzamelaars (I). Het vakdiploma is dus alleen nodig voor de volgende combinaties: XXHB, XXHX, XXXB.
Het vakdiploma is niet nodig als er een V of I geregistreerd staat, dus bijv. VIHB, VXHB, VIXB, VXHX. Dus als u Handelaar/Bemiddelaar bent en daarbij ook Vervoerder en/of Inzamelaar, hoeft u dus geen vakdiploma meer te hebben.
Ondernemingen die op 30 april 2004 al bestonden, hebben géén vakdiploma nodig:
- als de onderneming vóór of op 30 april 2004 stond ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (KVK) als handelaar of bemiddelaar van afvalstoffen, en
- als de natuurlijke persoon die permanent en daadwerkelijk leiding geeft aan het handelen of bemiddelen van afvalstoffen, op 30 april 2004 bij de onderneming werkzaam was en stond ingeschreven bij de KVK.
Nee, de NIWO heeft uw Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) nodig. Een VOG is iets anders dan een GVA. Een GVA wordt verlangd als u zich inschrijft op een overheidsopdracht, speciale-sectoropdracht, concessieovereenkomst voor openbare werken of prijsvraag.
Dit doet het CCV, onderdeel van het CBR.
Een vakdiploma is alleen nodig voor een VIHB-registratie als u uitsluitend Handelaar (H) en/of Bemiddelaar (B) bent, dus niet voor Vervoerders(V) en Inzamelaars (I). Het vakdiploma is dus alleen nodig voor de volgende combinaties: XXHB, XXHX, XXXB. Het vakdiploma is niet nodig als er een V of I geregistreerd staat, dus bijv. VIHB, VXHB, VIXB, VXHX. Dus als u Handelaar/Bemiddelaar bent en daarbij ook Vervoerder en/of Inzamelaar, hoeft u dus geen vakdiploma meer te hebben.
Meer informatie over het vakdiploma afvalstoffen.
Er dienen een ingevuld en ondertekend aanvraagformulier VIHB, een Verklaring Omtrent het Gedrag voor Natuurlijke Personen (VOG NP) van de vakbekwame leidinggevende van de desbetreffende gemeentelijke dienst, een arbeidsovereenkomst (of aanstellingsbrief) waaruit de functieomschrijving van de vakbekwame leidinggevende blijkt en een organogram van zijn of haar positie binnen de gemeentelijke organisatie overgelegd te worden.
Vervoert u naast huishoudelijke afvalstoffen ook bedrijfsafvalstoffen, dan moet u tevens een Eurovergunning aanvragen.
Een registratie op de VIHB-lijst geldt voor onbepaalde tijd. Zolang de onderneming blijft voldoen aan de gestelde voorwaarden, wordt de VIHB-registratie niet beëindigd.
De NIWO controleert ondernemingen periodiek (om de 5 jaar). Het uitgangspunt is dat de controle zoveel mogelijk 'achter de schermen' plaatsvindt. Waar mogelijk dus zonder de onderneming met vragen te benaderen. Pas als er onduidelijkheden zijn nemen wij contact met u op.
U kunt de lijst vinden op het NIWO-ondernemersloket. Ga naar het NIWO-ondernemersloket en kies: Zoek VIHB-registraties.
De RIA vindt u op de website van de overheid: Regeling Inzamelaars, vervoerders, handelaars en bemiddelaars van Afvalstoffen (RIA).
Ja, er bestaat een Duitse regeling voor afvalstoffen.
Voor vervoer van gevaarlijk afval vindt u informatie op ZKS-Abfall Zentrale Koordinierungsstelle, website: www.zks-abfall.de, e-mail support@zks-abfall.de.
Voor vervoer van ongevaarlijk afval moet er een registratie gedaan worden via de website: https://einreichen.eaev-formulare.de/intelliform/forms/AbfAEV/AbfAEV/Antrag_54/index
Ja, er bestaat een Belgische regeling voor afvalstoffen. België is opgesplitst in drie gewesten, in elk gewest moet afzonderlijk een registratie aangevraagd worden.
Gewest Vlaanderen
In principe moet iedereen die afvalstoffen vervoert in het Vlaamse Gewest beschikken over een registratie als vervoerder van afvalstoffen (afgeleverd in Vlaanderen of een andere regio in de EU). Een uitzondering hierop is het doorvoertransport. Als het een doorvoertransport door het Vlaamse Gewest betreft (start en einde van het transport liggen buiten het Vlaamse Gewest) hoeft een onderneming geen registratie als vervoerder van afvalstoffen hebben. Verder geldt voor het gewest Vlaanderen de uitzondering dat als een onderneming in Nederland al een VIHB-registratie met de activiteit van tenminste vervoerder heeft, dus met een V (VIxx, VIHB, Vxxx etc.) en zij wil ook afvalstoffen vervoeren in Vlaanderen, dan volstaat het om een gewaarmerkte kopie (kopie die door de NIWO is afgegeven) van de Nederlandse VIHB-registratie aan boord van het voertuig te hebben. (Bron:OVAM)
Een registratie in België aanvragen kan bij de volgende instanties:
- Vlaanderen: OVAM
Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij Stationsstraat 110, B-2800 Mechelen, tel: +32 (0)15 284 284
E-mail: registratie.vervoerders@ovam.be
Website: www.ovam.be/ of Ga direct naar OVAM -Transport van afvalstoffen en materialen
- Wallonië SPW
Departement du sol et des Dechets Office Wallon des Dechets, Direction de la Politique des Déchets Avenue Prince du Liège 15 , B-5100 Namur (Jambes), tel: +32 (0)81 336 531
Website: http://environnement.wallonie.be/
E-mail: jeanyves.mercier@spw.wallonie.be
- Brussels Gewest Leefmilieu Brussel
ulledelle 100, B-1200 Brussel, tel: +32 (0)2 775 75 11
E-mail: permit_agr@leefmilieu.irisnet.be
Als uw activiteiten voor de VIHB-registratie wijzigen, geeft u dit door aan de NIWO:
- online via het ondernemersloket of per e-mail: vihb@niwo.nl
Vermeld in uw e-mail altijd:
- uw huidige VIHB-nummer: bijv. 5123456 VXXX
- uw oude activiteiten: bijv. V
- uw nieuwe activiteiten: bijv. V - I - H -B
Activiteiten
Bedrijven staan op de VIHB-lijst voor afvalstoffen geregistreerd voor één of meer activiteiten. Aan de laatste vier letters van uw VIHB-nummer ziet u voor welke activiteit u staat geregistreerd.
Bijvoorbeeld: 500123 VIHB of 500124 VIXX. Staat er een X dan bent u niet voor die activiteit geregistreerd.
V = | Vervoerder |
I = | Inzamelaar |
H = | Handelaar |
B = | Bemiddelaar |
Nee. De NIWO verstrekt geen volledige lijst van ondernemingen met een VIHB-registratie. Dit mogen wij niet in verband met de privacy wet- en regelgeving. Volgens deze wet- en regelgeving mag de NIWO alleen gegevens verstrekken onder bepaalde voorwaarden, onder andere als er een wettelijke basis voor is of als er een nauwe verwantschap is tussen de doelen waarvoor de gegevens zijn verkregen.
Wij bieden deze bedrijfsgegevens alleen aan via de zoekmogelijkheid op de website. Ga naar het NIWO-ondernemersloket en kies: Zoek VIHB-registraties.
Als u rijdt op landen buiten de Europese Unie, dan heeft u naast de Eurovergunning een CEMT-vergunning of ritmachtigingen nodig. Een ritmachtiging is geldig voor een heen- en aansluitende retourrit.
U kunt ritmachtigingen online aanvragen.
Ga naar de website: NIWO-ondernemersloket en kies: Ritmachtigingen en CEMT-verhuisvergunning
Alle gebruikte en niet gebruikte, maar verlopen ritmachtigingen moeten aan de NIWO worden teruggezonden:
Postbus 3004
2280 MB Rijswijk (ZH) Nederland
De ritmachtigingen kunnen eenmalig gebruikt worden voor een heen- en aansluitende terugrit. Op de ritmachtigingen staat een jaartal. De meeste ritmachtigingen zijn geldig t/m 31 januari van het daaropvolgende jaar.
Een spoedprocedure is niet mogelijk.
Aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld. Voor aanvragen van een nieuwe Eurovergunning of verlenging van de Eurovergunning geldt de betaaldatum van de behandelkosten.
Online aanvragen gaat sneller
U kunt het in behandeling nemen van de aanvraag versnellen door de aanvraag online in te dienen via het NIWO-ondernemersloket.
- Inloggen met eHerkenning is vereist.
- Indien betaling vooraf nodig is, kunt u direct online betalen via ideal.
Als u rijdt op landen buiten de Europese Unie, dan heeft u naast de Eurovergunning een CEMT-vergunning of ritmachtigingen nodig. Een CEMT-vergunning is langere tijd (kalenderjaar) geldig en geldt voor meerdere landen tegelijk. De CEMT-vergunning is alleen beschikbaar voor Eurovergunninghouders.
Er zijn 44 landen aangesloten bij het CEMT-verdrag, waaronder de landen van de Europese Unie. Voor vervoer binnen de Europese Unie volstaat de Eurovergunning. Sommige EU-landen verlangen voor vervoer tussen hun land en een niet EU-land een ritmachtiging voor derdelandenvervoer. Dit derdelandenvervoer mag ook plaatsvinden onder dekking van de CEMT-vergunning.
Nee, er is op 24 december 2020 alsnog een akkoord gesloten tussen de Europese Unie (EU) en het Verenigd Koninkrijk (VK). Nederlandse vervoerders kunnen met een Eurovergunning van en naar het VK blijven rijden.
Speciaal voor internationale verhuizingen bestaan er CEMT-verhuisvergunningen. Deze zijn bedoeld voor vervoersondernemingen die internationale verhuizingen tussen CEMT-landen uitvoeren en die, voor wat betreft personeel en materieel, hiertoe speciaal zijn uitgerust.
U kunt de CEMT-verhuisvergunning aanvragen op het NIWO-ondernemersloket.
Ga naar: NIWO-ondernemersloket en kies: Ritmachtigingen en CEMT-verhuisvergunning.
Of stuur de benodigde informatie (uw NIWO-codenummer, bedrijfsnaam, naam en aantal CEMT-verhuisvergunningen (afgekort: NLV') per e-mail naar loket@niwo.nl.
Een spoedprocedure is niet mogelijk.
Aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld. Voor aanvragen van een nieuwe Eurovergunning of verlenging van de Eurovergunning geldt de betaaldatum van de behandelkosten.
Online aanvragen gaat sneller
U kunt het in behandeling nemen van de aanvraag versnellen door de aanvraag online in te dienen via het NIWO-ondernemersloket.
- Inloggen met eHerkenning is vereist.
- Indien betaling vooraf nodig is, kunt u direct online betalen via ideal.
Wijzigingen kunnen leiden tot intrekking of het vervallen van de vergunning voor uitsluitend binnenlands vervoer. U zult dan een Eurovergunning moeten aanvragen. Sinds 1 mei 2009 is het namelijk niet meer mogelijk om een binnenlandse vergunning aan te vragen. De Eurovergunning is geldig voor zowel binnenlands als grensoverschrijdend vervoer.
Wijzigingen die leiden tot intrekking van de binnenlandse vergunning
- indien niet meer wordt voldaan aan de eisen van betrouwbaarheid, financiële draagkracht en vakbekwaamheid;
- op verzoek van de vergunninghouder;
- indien de vervoerder zijn vervoersactiviteiten heeft gestaakt, of
- indien een of meer vervoersmanagers die vóór de inwerkingtreding van de Wet wegvervoer goederen, niet langer permanent en daadwerkelijk leidinggeven aan die vervoersactiviteiten.
Wijzigingen die leiden tot het van rechtswege vervallen van de binnenlandse vergunning
- het overlijden dan wel het intreden van wettelijke onbekwaamheid van de natuurlijke persoon waaraan de vergunning is verleend (eenmanszaak);
- de ontbinding van de onderneming, of
- de naam-/adreswijziging van de onderneming. Bij dit type wijziging vervalt de vergunning niet direct en kunt u ter vervanging nieuwe vervoersdocumenten aanvragen met de juiste naam en het juiste adres. Indien de vervoersdocumenten niet tijdig worden vervangen, dan vervalt de vergunning alsnog en zult u een Eurovergunning moeten aanvragen.
Ja, dat kan als u over een vergunning voor uitsluitend binnenlands vervoer beschikt. De binnenlandse vergunning zelf kan sinds 1 mei 2009 niet meer aangevraagd worden. Vervoersondernemingen die op grond van de overgangsregeling over deze vergunning beschikken, kunnen nog wel extra binnenlandse vergunningbewijzen aanvragen indien het wagenpark uitbreidt.
U kunt online via het NIWO-ondernemersloket binnenlandse vergunningbewijzen aanvragen. U betaalt € 25,00 per afgegeven vergunningbewijs.
NIWO-ondernemersloket -> Binnenlandse vergunningbewijzen
Nee, alle oude exemplaren van de binnenlandse (of nationale) vergunningbewijzen, met een afgiftedatum voor 1 april 2011 zijn niet meer geldig. Bij de vijfjaarlijks toetsing in 2015 hebben de bedrijven die aan de vergunningvereisten voldeden, gratis nieuwe exemplaren van de binnenlandse vergunningbewijzen ontvangen, zodat er nog maar een model in omloop is.
Nederlandse bedrijven met een vergunning voor beroepsgoederenvervoer over de weg vindt u op het NIWO ondernemersloket. Ook bedrijven met een binnenlandse vergunning zijn er te vinden.
De Gecombineerde Vergunning voor Verblijf en Arbeid (GVVA) is nodig als u een buitenlandse medewerker bij uw transportbedrijf wilt laten werken. De werkgever (het transportbedrijf) vraagt de GVVA aan bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).
Meer informatie: IND - GVVA
Het CBR heeft een webpagina, waarop staat wie wat doet op dit gebied.
Ga naar: www.cbr.nl/nl/beroepsexamens/code-95/branche-informatie-code-95/instanties-wie-doet-wat.htm
Op de website van KIWA-register staat hoe u een bestuurderskaart bij de KIWA kunt aanvragen. Dat kan pas nadat de chauffeur een bestuurdersattest heeft ontvangen van de NIWO.
https://www.kiwaregister.nl/smart-tachograaf/bestuurderskaart
Ja, dat is het nationaal certificaat. Dus voor niet EU-chauffeurs in het goederenvervoer is er het bestuurdersattest en voor het personenvervoer is er het nationaal certificaat.
Nee. De NIWO verstrekt geen volledige lijst van vergunninghouders in het wegvervoer. Dit mogen wij niet in verband met de privacy wet- en regelgeving. Volgens deze wet- en regelgeving mag de NIWO alleen gegevens verstrekken onder bepaalde voorwaarden, onder andere als er een wettelijke basis voor is of als er een nauwe verwantschap is tussen de doelen waarvoor de gegevens zijn verkregen.
Wij bieden deze bedrijfsgegevens aan via de zoekmogelijkheid op de website. Ga naar het NIWO-ondernemersloket en kies: Zoek vergunninghouders wegvervoer.
Nee. De NIWO verstrekt geen volledige lijst van ondernemingen met een VIHB-registratie. Dit mogen wij niet in verband met de privacy wet- en regelgeving. Volgens deze wet- en regelgeving mag de NIWO alleen gegevens verstrekken onder bepaalde voorwaarden, onder andere als er een wettelijke basis voor is of als er een nauwe verwantschap is tussen de doelen waarvoor de gegevens zijn verkregen.
Wij bieden deze bedrijfsgegevens alleen aan via de zoekmogelijkheid op de website. Ga naar het NIWO-ondernemersloket en kies: Zoek VIHB-registraties.
Electronic Register of Roadtransport Undertakings.
Elke lidstaat van de Europese Unie is verplicht om over een nationaal (sanctie)register te beschikken. Dit is een onderdeel van het ERRU-register. Het ERRU-register vormt het Europese communicatiekanaal tussen de EU-lidstaten.
In het nationaal sanctieregister registreert elke lidstaat alle ernstige inbreuken op de communautaire wetgeving waar onherroepelijke veroordelingen of onherroepelijke sancties voor zijn uitgesproken / opgelegd aan de vervoersonderneming en vervoersmanagers.
De RDW beheert het Nationaal elektronisch register. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) beheert het sanctieregister (het register waar strafpunten in worden bijgehouden) en legt de ernstige overtredingen van vervoersondernemingen en de bijbehorende strafpunten daarin vast.
Het betreffen overtredingen van de communautaire verkeers- en vervoerswetgeving die als zeer ernstig, heel ernstig en ernstig aan te merken zijn. Het gaat dan om overtredingen op het gebied van rij- en rusttijden, de tachograaf, gevaarlijke stoffen, overbelading, de technische staat van het voertuig, het rijbewijs en de communautaire vergunning. Een compleet overzicht is te vinden in bijlage I van Verordening (EU) 2016/403 en ook in de tabel onder artikel 4 van de ERRU-beleidsregel.
Een vervoersonderneming of vervoersmanager die in de Europese Unie binnen een periode van twee jaar ernstige overtredingen begaat, kan zijn betrouwbaarheid verliezen waardoor de communautaire vergunning geschorst of ingetrokken kan worden en de werkzame vervoersmanager ongeschikt verklaard kan worden.
Bij ERRU is het uitgangspunt van de Nederlandse wetgever dat één zeer ernstige overtreding niet tot intrekking, schorsing en/of ongeschiktverklaring kan leiden. Wel is aan de hand van strafpunten per overtreding een grenswaarde gesteld aan het aantal ernstige overtredingen die niet overschreden mag worden. Komt de vervoersonderneming boven de grenswaarde van het aantal strafpunten, dan is zijn betrouwbaarheid en dat van zijn vervoersmanager(s) in het geding. De grenswaarde wordt altijd uitgedrukt in strafpunten. Voor elke ernstige overtreding krijgt de vervoersonderneming een vaststaand aantal strafpunten. De optelsom van de toegerekende strafpunten binnen een periode van twee jaar mag de grenswaarde niet overschrijden. De bijlage van de ERRU-beleidsregel bevat een lijst met alle overtredingen waarbij ook het aantal strafpunten staat dat voor een bepaalde overtreding aan een vervoersonderneming wordt toegerekend.
Deze grenswaarde is afhankelijk van het aantal gewaarmerkte afschriften waar de vervoersonderneming over beschikt. Artikel 4 van de ERRU-beleidsregel bevat een tabel waarin de grenswaarde van het aantal strafpunten valt af te lezen die een vervoersonderneming niet mag overschrijden.
Een vervoersmanager kan ongeschikt verklaard worden, zodra hij de grenswaarde van het aantal ERRU-strafpunten overschrijdt en (mede) verantwoordelijk kan worden gehouden voor de overtredingen. Dit zal uit het betrouwbaarheidsonderzoek van de ILT blijken. De betrouwbaarheid van de vervoersmanager komt dan te vervallen en daarom wordt hij ongeschikt verklaard om zijn functie als vervoermanager uit te oefenen. Dit heeft ook gevolgen voor eventuele andere vervoersondernemingen waar hij als vervoersmanager werkzaam is. Deze vervoersondernemingen krijgen maximaal zes maanden te tijd om de eis van vakbekwaamheid anderszins in te vullen (bijv. het aantrekken van een nieuwe vervoersmanager).
Het ERRU-register bestaat uit twee delen. Het openbare deel bevat de gegevens van de vervoersonderneming en de vervoersmanager. In het andere deel staan de overtredingen.
- naam en de rechtsvorm van de onderneming;
- adres van de onderneming
- namen van de werkzame vervoersmanagers';
- serienummer van de communautaire vergunning en het aantal gewaarmerkte afschriften;
- ernstige overtredingen die zijn begaan (onherroepelijke veroordeling/sanctie);
- vervoersmanagers die ongeschikt zijn verklaard;
- geschorste of ingetrokken vergunningen.
Nee, in het ERRU-register staan geen strafpunten. De toegerekende strafpunten worden geregistreerd in het sanctieregister van de ILT en via technische koppelingen automatisch doorgegeven aan de bevoegde instanties. Voor het goederenvervoer is dat de NIWO.
Nee, u heeft geen inzage in het ERRU-register. Wel kunt u in de toekomst via het beveiligde ondernemersloket van de NIWO inzage krijgen in de door u gepleegde ernstige overtredingen, de daaraan toegerekende strafpunten en het totaal aan toegerekende strafpunten.
De NIWO is bevoegd om de vergunning te schorsen of in te trekken en de vervoersmanager voor een bepaalde periode ongeschikt te verklaren. Na het overschrijden van de grenswaarde van het aantal strafpunten wordt door de ILT een betrouwbaarheidsonderzoek ingesteld. Uit dit onderzoek komt een advies richting NIWO (of KIWA) over een eventuele sanctie. De NIWO zal dit door middel van een evenredigheidstoets zelf ook nog onderzoeken en een zienswijze bij het bedrijf opvragen. Komen ILT en NIWO tot overeenstemming, dan legt de NIWO de sanctie op.
ILT kent de strafpunten toe in geval van ERRU. ILT houdt ook in de gaten of een bepaalde vervoersonderneming de strafpuntenlimiet bereikt.
Nee, u wordt niet bij elke onherroepelijke ernstige overtreding die in het register wordt gezet geïnformeerd. Wel wordt u schriftelijk door de ILT geïnformeerd indien u een eerste registratie in het sanctieregister van de ILT krijgt en ook bij 50% of meer van uw grenswaarde van het aantal strafpunten heeft bereikt.
Bent u goederenvervoerder, dan wordt het in de toekomst mogelijk om via het ondernemersloket van de NIWO zelf te kijken welke ernstige overtredingen u heeft gepleegd en welk aantal strafpunten daaraan zijn toegekend.
Zowel de vervoersonderneming als de vervoersmanager krijgen de strafpunten in het kader van ERRU.
Nee. Elke EU-lidstaat is verplicht om over een ERRU-register te beschikken. Hierin registreert elke lidstaat alle ernstige overtredingen van de vervoerdersondernemingen die aldaar zijn gevestigd. De nationale ERRU-registers worden onderling gekoppeld.
Ja, als het een Nederlandse vervoersonderneming betreft. De EU-lidstaat waar deze ernstige overtreding wordt begaan, informeert Nederland hierover via het ERRU-register. Nederland zal de ernstige overtreding in het Nederlandse sanctieregister opnemen.
Nee. De vervoersmanager die in het ERRU-register ongeschikt is verklaard, zal bij geen enkele vervoersonderneming zijn vakbekwaamheid in kunnen brengen. De vervoersmanager die ten tijde van de ongeschiktheidsverklaring ook elders zijn vakbekwaamheid inbracht, mag ook daar niet langer meer zijn vakbekwaamheid inbrengen.
Nee, dit is niet mogelijk. Vervoersmanagers die ongeschikt zijn verklaard staan vermeld in het ERRU-register. De vervoersmanager die in één EU-lidstaat ongeschikt is verklaard voor een bepaalde termijn zal in geen enkele lidstaat zijn vakbekwaamheid in kunnen brengen.
Een vervoersmanager die ongeschikt is verklaard, is na afloop van een rehabilitatietermijn van twee jaar én nadat hij opnieuw de examens voor vakbekwaamheid in het beroepsgoederenvervoer met succes heeft afgelegd, gerehabiliteerd. De vervoersmanager zal dus opnieuw zijn vakdiploma moeten halen. Tot die tijd kan de vervoersmanager bij geen enkele vervoersonderneming, binnen welke lidstaat dan ook, zijn vakbekwaamheid niet inbrengen. Zodra de rehabilitatietermijn is verstreken en de vervoersmanager opnieuw zijn vakdiploma heeft behaald, wordt de ongeschiktheidsstatus uit het nationaal elektronisch register gewist.
Op de website van de NIWO is een ERRU-dossier gemaakt met de meest relevante informatie.
Uit navraag bij de autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk is nog geen eenduidig antwoord gekomen op de vraag of het Verenigd Koninkrijk is aangesloten op het ERRU-register. Zodra er meer duidelijkheid is, wordt u hiervan alsnog op de hoogte gesteld.
Nee, Zwitserland is geen partij bij ERRU regelgeving.
Als er geen vergunning nodig is voor de desbetreffende rit, bijvoorbeeld voor het eigen vervoer of uitgezonderd vervoer, en er wordt een overtreding begaan, is ERRU niet van toepassing. Het maakt niet uit dat u vergunninghouder bent. Het gaat om het soort vervoer. ERRU is alleen van toepassing op de ritten die beroepsgoederenvervoer voor derden betreffen.
Om een nieuw Getuigschrift van vakbekwaamheid te halen, dient een vervoersmanager de zes ondernemersexamens opnieuw succesvol af te leggen bij het CBR. Hiervoor kan hij contact opnemen met het CCV Serviceteam van het CBR. De volgende gegevens worden geverifieerd: voor- en achternaam, geboortedatum, diplomanummer en datum van afgifte. Het CCV Serviceteam is maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 17.00 uur telefonisch bereikbaar op telefoonnummer 088- 227 77 00 of per e-mail: Klantenservice.ccv@cbr.nl.
De ERRU-regelgeving is van toepassing op de Eurovergunninghouders én op de binnenlandse vergunninghouders. De houders van de binnenlandse vergunning moeten op grond van artikel 7.1, lid 5, van de Wet wegvervoer goederen (Wwg) ook voldoen aan de betrouwbaarheidseis. Dit betekent dat houders van een Eurovergunning en ook de houders van de binnenlandse vergunning de betrouwbaarheid kunnen verliezen ná toepassing van de ERRU-regelgeving.
De vergunningbewijzen die u niet meer nodig heeft, levert u in bij de NIWO. Doet u dat niet, dan blijft u halfjaarlijks de heffing verschuldigd aan de NIWO.
U kunt ze per post versturen aan:
NIWO
Postbus 3004
2280 MB Rijswijk (ZH)
Indien u op korte termijn de vergunningbewijzen gaat gebruiken, hoeft u de vergunningbewijzen niet terug te sturen. Zodra u de voertuigen gaat inzetten, registreert u de voertuigen in het voertuigregister.
Het voertuigregister is een module op het NIWO-ondernemersloket.
ondernemersloket.niwo.nl -> voertuigregister Om toegang te krijgen tot uw gegevens logt u in met eHerkenning, niveau 3 of hoger.
U registreert in het voertuigregister de kentekens van alle voertuigen waarmee uw vervoersonderneming feitelijk vervoersactiviteiten uitvoert. Daarnaast registreert u in het voertuigregister ook jaarlijks en uiterlijk op 31 januari het totale aantal werknemers en chauffeurs dat op 31 december van het voorgaande jaar in dienst dan wel ter beschikking (bijv. uitzendkrachten) van uw vervoersonderneming stond.
Een eigenaar, vennoot of directeur die niet op de loonlijst staat, moet wel worden opgeteld bij het aantal werknemers. Indien de eigenaar, vennoot of directeur ook op een voertuig rijdt, moet hij/zij óók worden meegeteld bij het aantal chauffeurs.
Nee, het voertuigregister is er alleen voor Nederlandse Eurovergunninghouders. Heeft u voertuigen die worden ingezet voor beroepsvervoer van derden en waarvoor de NIWO een Eurovergunningbewijs heeft afgegeven, dan moet u de kentekens registreren. Heeft u alleen een VIHB-registratie (en geen Nederlandse Eurovergunning) dan hoeft u geen kentekens te registreren.
U kunt voor de juiste registratie (en activatie) van deze gegevens de handleiding raadplegen.
De handleiding staat op de informatiepagina van het voertuigregister:
www.niwo.nl/vr
Nee. Het papieren vergunningbewijs blijft bestaan. Echter, de Eurovergunninghouders moeten nu ook hun wagenpark registreren in het voertuigregister.
De NIWO kan aan de hand van het niet (juist) invullen van het voertuigregister besluiten om een onderzoek in te stellen, vergunningbewijzen terug te vorderen of de communautaire vergunning in te trekken. Er is namelijk niet aangetoond dat (op de juiste wijze) wordt voldaan aan de eis van werkelijke en duurzame vestiging.
De kentekengegevens zijn niet juist aangeleverd en daardoor kon de NIWO de kentekengegevens niet verwerken in het voertuigregister. U dient de kentekengegevens opnieuw via het NIWO-ondernemersloket te registreren.
Ja. Alle vergunninghouders zijn verplicht om de kentekens waarvoor een vergunningbewijs is afgegeven en het aantal werknemers en chauffeurs te registreren in het voertuigregister.
Dit geldt alleen voor de Eurovergunning.
Dit volgt uit artikel 16, lid 2, aanhef en onder g en artikel 5, lid 1, aanhef en onder g van de Verordening 1071/2009/EG.
Nee. De verplichting om kentekens te registreren in het voertuigregister geldt alleen voor Eurovergunninghouders en niet voor binnenlandse vergunninghouders. Het voertuigregister is om die reden alleen gekoppeld aan de Eurovergunning. Daarom is het voor binnenlandse vergunninghouders niet mogelijk (en niet nodig) om kentekens te registreren in het voertuigregister.
Nee. Het voertuigregister is alleen voor Eurovergunninghouders. U registreert de kentekens van voertuigen die worden ingezet voor beroepsvervoer voor derden en waarvoor een Eurovergunningbewijs is afgegeven.
U registreert dus geen kentekens van voertuigen die alleen worden ingezet voor eigen vervoer van goederen die van uzelf / uw bedrijf zijn.
Waarschijnlijk moet u nog een machtiging hebben voor het gebruik van het NIWO-ondernemersloket.
Machtigingen moeten per persoon en per dienst (bijv. NIWO, UWV) worden vastgelegd bij een erkende eHerkenningsleverancier. De wettelijke vertegenwoordiger van de onderneming kan hiervoor een machtigingenbeheerder aanstellen. Die regelt vervolgens wie voor welke online diensten gemachtigd wordt.
Met het inlogmiddel eHerkenning EH3 en de bijbehorende machtiging kan een medewerker namens de onderneming online zaken regelen op het ondernemersloket van de NIWO.
Wilt u meer weten over het machtigen van medewerkers? Kijk dan op www.eHerkenning.nl/machtigen voor meer informatie of neem contact op met uw leverancier.
Het voertuigregister is op twee manieren toegankelijk.
- via eHerkenning niveau 3 of hoger
- via een VR-account
Voor de laatste optie heeft u geen eHerkenning nodig. Daarbij kunnen er een maximum van 20 kentekens worden geregistreerd. Verder is het niet mogelijk om wijzigingen door te geven. Bij wijzigingen moet het gehele wagenpark opnieuw geregistreerd worden. Indien u gebruik maakt van eHerkenning zijn bovengenoemde punten wel mogelijk. De NIWO adviseert dan ook om eHerkenning niveau 3 of hoger aan te vragen.
Aanvragen VR- account met inlogcodes U kunt de inloggegevens voor het VR-account hier aanvragen.
Het is niet mogelijk om gewijzigde kentekengegevens per e-mail of per post door te geven.
Extra vergunningbewijzen bij uitbreiding wagenpark
Wilt u een extra voertuig registreren, dan heeft u eerst een extra vergunnigbewijs nodig.
Stap 1. U vraagt een extra vergunningbewijs aan en vermeldt het kenteken op het aanvraagformulier.
Stap 2. Als u vldoet aan de voorwaarden geeft de NIWO een extra vergunningbewijs af en registreert het kenteken in uw voertuigregister.
De NIWO werkt met eHerkenning. Dit is gekoppeld aan het KVK-nummer van een onderneming. DigiD is gekoppeld met het BSN-nummer van een persoon.
De NIWO werkt niet met DigiD, omdat daarvoor BSN nummers vastgelegd moeten worden. De NIWO heeft daar geen wettelijke grondslag, dus is een inlogmethode met DigiD op dit moment niet mogelijk.
Nee. U kunt deze gegevens alleen via het NIWO-ondernemersloket doorgeven. U bent zelf verantwoordelijk voor de opgave van deze gegevens en de juistheid hiervan.
Voor de ondernemingen die geen eHerkenning kunnen aanvragen, is het mogelijk om inloggegevens aan te vragen via het ondernemersloket. Hiervoor is geen eHerkenning nodig. U kunt de inloggegevens aanvragen via: https://ondernemersloket.niwo.nl/home/product/voertuigregister-zonder-e-herkenning-2
De inloggegevens worden verstuurd naar het bij ons bekende e-mailadres.
Voor de ondernemingen die geen eHerkenning kunnen aanvragen, is het mogelijk om inloggegevens aan te vragen via het ondernemersloket. Hiervoor is geen eHerkenning nodig.
Aanvraag account met inloggegevens. U kunt de inloggegevens hier aanvragen.
De inloggegevens worden verstuurd naar het bij ons bekende e-mailadres
Het beheren en wijzigen van de aangemelde kentekens in het voertuigregister kan alleen via het ondernemersloket en daar heeft u eHerkenning niveau 3 of hoger voor nodig.
Het is mogelijk om een intermediair, bijvoorbeeld een administratiekantoor, te machtigen. Dit heet ketenmachtiging. De vervoersonderneming geeft de intermediair toestemming om namens de vervoersonderneming in te loggen bij een of meer diensten, zoals het NIWO-ondernemersloket. In de meeste gevallen hoeft de vervoersonderneming dan zelf geen eHerkenning aan te vragen.
U registreert de voertuigen waarmee op dat moment beroepsgoederenvervoer voor derden wordt verricht. De voertuigen moeten een laadvermogen van meer dan 500 kg hebben. Vanaf 1-1-2024 geldt de vergunningplicht ook voor voertuigen met een laadvermogen onder de 500 kg, die een toelaatbare maximummassa van 2500 kg of meer hebben.
Let op! Dit is geen vervanger van de papieren vergunning. Het vergunningbewijs moet ook op het voertuig liggen.
De registratie van de kentekens in het voertuigregister dient op dagbasis juist te zijn en is pas compleet wanneer u ook alle kentekens van de voertuigen waarmee u feitelijk de vervoersactiviteiten uitvoert, heeft geactiveerd.
Let op! De kentekens worden NIET gekoppeld aan een vergunningbewijs.
U dient een gehuurd voertuig ook te registeren in het voertuigregister. Uw registratie is pas compleet als u dit voertuig heeft geactiveerd. Hiermee wordt bedoeld dat u het kenteken op actief zet. Dit betekent dat u er op dat moment mee rijdt. Zodra u niet meer met het voertuig rijdt, zet u het voertuig op inactief.
Het voertuigregister is zo ontworpen dat u gemakkelijk een voertuig kunt aan- of afmelden. Ook als het gaat om een enkele dag.
Nee. Het algemene doel van het voertuigregister is dat de NIWO zekerheid heeft dat een vergunninghouder over één of meer voertuigen beschikt en in verband met de verstrekking van vergunningbewijzen, om hoeveel voertuigen het gaat. Een geregistreerd kenteken wordt dus niet gekoppeld aan een vergunningbewijs waarover u beschikt.
Indien het voertuig wordt vervangen, kunt u dit doorgeven in het voertuigregister. De vergunningbewijzen kunnen binnen de onderneming gewisseld worden tussen verschillende voertuigen.
In het voertuigregister is het niet mogelijk om een kenteken te wijzigen. Het is wel mogelijk om het kenteken op inactief te zetten.
Indien u een foutief kenteken heeft geregistreerd, klikt u op het potloodje in de regel van het foutieve kenteken en zet u het kenteken op inactief. Vervolgens start u een nieuwe registratie. U vult het juiste kenteken in. Het nieuwe kenteken is per direct opgevoerd in het voertuigregister.
Alle wijzigingen in het wagenpark geeft u door in het voertuigregister. Indien een eerder geregistreerd voertuig niet meer door u wordt ingezet, moet u het voertuig afmelden. Het voertuigregister is zo ontworpen dat u gemakkelijk een voertuig kunt aan- of afmelden. Volg het stappenplan.
Via eHerkenning
1. Log in met eHerkenning van uw bedrijf
2. Zoek het voertuig op
3. Klik op de 'pen' om een voertuigregistratie te wijzigen
4. Zet het voertuig op 'inactief'
5. Klik op 'indienen'
Via inloggegevens
1. Log in met de inloggegevens van uw account
2. Geef het gehele en actuele wagenpark opnieuw op
3. Klik op 'indienen'
Zolang u de voertuigen niet gelijktijdig inzet, hoeft u niet voor elk voertuig een eigen vergunningbewijs te bezitten. Wel moet u in het voertuigregister gaan bijhouden met welke voertuigen u rijdt. Het voertuig waar u niet mee rijdt zet u op inactief. Het andere voertuig zet u op actief.
De NIWO geeft de vergunning(bewijzen) alleen af voor kentekens die bij de RDW geregistreerd staan als bedrijfsauto, landbouwtrekker of bosbouwtrekker.
De NIWO mag geen vergunningbewijzen afgeven voor personenauto’s. Een personenauto wordt niet uitsluitend voor vervoer van goederen gebruikt. Dit volgt uit artikel 1.1 van de Wet wegvervoer goederen. De definitie van vrachtauto is: motorvoertuig of een samenstel van voertuigen, dat uitsluitend wordt gebruikt voor vervoer van goederen.
Controleer het kenteken op https://ovi.rdw.nl/#
- Bedrijfsauto (voertuigcategorie N1, N2, N3)
- Landbouw- of bosbouw trekker (voertuigcategorie T, C, U, Z of R, S)
De NIWO geeft de vergunning(bewijzen) alleen af voor kentekens die bij de RDW geregistreerd staan als bedrijfsauto, landbouwtrekker of bosbouwtrekker.
Het gaat altijd om de trekkende eenheid, het gemotoriseerde voertuig.
Hier vult u het aantal werknemers en chauffeurs dat in dienst is van of op een andere manier ter beschikking gesteld is aan de onderneming, zoals bijvoorbeeld uitzendkrachten. Bij de bepaling van het exacte aantal wordt er geen rekening gehouden met het type dienstverband is. Alle werknemers, ongeacht of het een parttimer of een fulltimer is, worden bij elkaar opgeteld.
Heeft u geen werknemers of chauffeurs in dienst, dan vult u het getal ‘0’ in.
Indien de eigenaar, vennoot of directeur niet op de loonlijst staat, moet deze NIET worden meegeteld bij het aantal werknemers. Hetzelfde geldt voor de chauffeurs.
Indien de eigenaar, vennoot of bestuurder rijdt op één van de voertuigen, moet deze WEL worden meegeteld bij het aantal chauffeurs.
U kunt voor de juiste registratie (en activatie) van deze gegevens de handleiding raadplegen. De handleiding staat op de informatiepagina van het voertuigregister.
Aantal werknemers
Indien de eigenaar, vennoot of directeur niet op de loonlijst staat, moet deze niet worden meegeteld bij het aantal werknemers.
Aantal chauffeurs
Indien de eigenaar, vennoot of directer rijdt op één van de voertuigen, moet deze wel worden meegeteld bij het aantal chauffeurs.
U registreert jaarlijks en uiterlijk op 31 januari het totale aantal werknemers en chauffeurs dat op 31 december van het voorgaande jaar in dienst dan wel ter beschikking (bijv. uitzendkrachten) van uw onderneming stond.
Gedurende het jaar hoeft u wisselingen niet door te geven.
U registreert jaarlijks en uiterlijk op 31 januari het totale aantal werknemers en chauffeurs dat op 31 december van het voorgaande jaar in dienst dan wel ter beschikking (bijv. uitzendkrachten) van uw onderneming stond.