Het uitgangspunt is dat de vervoersactiviteiten van de gefailleerde onderneming zijn beëindigd en dat de vervoersonderneming geen beroepsgoederenvervoer meer verricht. De curator dient daarom de aan de failliete onderneming verstrekte Eurovergunning en de daarbij behorende vergunningbewijzen aan de NIWO te retourneren.
De curator kan met een machtiging van de rechter-commissaris de activiteiten van de failliete vervoersonderneming enige tijd voortzetten. Dit kan rechtmatig gebeuren als de failliete vervoersonderneming gedurende deze periode blijft beschikken over de verleende vergunning(bewijzen). In de praktijk is dit hoogstens zes tot acht weken. Zodra de vervoersactiviteiten worden gestaakt moeten de vervoersdocumenten binnen één week worden geretourneerd.
Er hoeft dus geen apart verzoek tot voortzetting van de vervoersactiviteiten bij de NIWO te worden ingediend. De vervoersdocumenten moeten uiterlijk acht weken na datum van faillissement worden geretourneerd. Als dat niet gebeurt, dan kan de NIWO een last onder dwangsom opleggen.